06-08-2020
Het Amsterdamse Museum Ons’ Lieve Heer op Solder dreigt opgeheven te worden wegens acute geldnood. Het Amsterdams Fonds voor de Kunsten (AFK), dat zelf in moeilijkheden verkeert, kent geen aangevraagde subsidie van 600.000 euro toe, zo werd onlangs bekendgemaakt. 

“Ik ben verbijsterd. Museum Ons’ Lieve Heer op Solder behoort tot het cultureel en religieus erfgoed van Amsterdam”, zegt directeur Birgit Büchner. “Het representeert drie eeuwen Amsterdamse geschiedenis. Bovendien focussen we met ons museum op de actuele betekenis van dit unieke monument voor onze stad. Deze link met het heden wordt hoog gewaardeerd, zowel door bezoekers en scholen als door het AFK.” 

Inmiddels is het particulier initiatief ‘Red het Amsterdamse museum Ons' Lieve Heer op Solder van de ondergang, en draag bij!’ gestart. Het betreft een doneeractie.

Het museum op de Wallen was na de corona-lockdown op 2 juni weer open gegaan. 

Ons’ Lieve Heer op Solder bevindt zich in een zeldzaam goed bewaard grachtenhuis uit de zeventiende eeuw. Smalle gangen en trappen leiden naar historisch ingerichte woonvertrekken, keukens en bedstedes, om te eindigen in wat letterlijk het hoogtepunt is van het museum: een intacte zeventiende-eeuwse rooms-katholiele kerkruimte op zolder.

De kerk werd gebouwd in opdracht van de toenmalige eigenaar van het pand: de welgestelde katholieke koopman Jan Hartman (1619-1668). Hij woonde er met zijn gezin in de periode dat openbare katholieke vieringen in Nederland officieel verboden waren. De protestanten hadden in 1578 de macht in de stad overgenomen. 

De rooms-katholieken – zo’n twintig procent van de Amsterdamse bevolking in de zeventiende en achttiende eeuw – waren tweederangsburgers. Alles wat rooms oogde, moest in de publieke ruimte aan het oog worden onttrokken. De Heilige Mis mocht alleen in schuilkerken worden opgedragen. De oude kerkgebouwen (de Sint-Nicolaas op de Oudezijde en de Sint-Catharina op de Nieuwezijde) waren door de protestanten ontwijd en werden bestemd voor hun eigen eredienst.