08-05-2020
De Franse priester Georges Finet (1898-1990), stichter van de Foyers de Charité, heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van minderjarigen die bij hem te biecht gingen. Dat wordt onthuld in een rapport van een extern onderzoek, dat 7 mei door de Foyers de Charité zelf is gepubliceerd. 

Na de Congregatie van Sint-Jan, de Monastieke Gemeenschap van Jeruzalem en de Arkgemeenschap is het nu de beurt aan de Foyers de Charité om geconfronteerd te worden met het wangedrag van hun stichter. 

De Foyers de Charité, leefgemeenschappen van priesters en lekengelovigen, werden door Finet gesticht als uitvloeisel van het charisma van de Franse mystica Marthe Robin (1902-1981), die in 1930 gestigmatiseerd zou zijn en niet meer at. 

In 1936 ontstond de eerste Foyer in Chateauneuf-de-Galaure. In dat dorp in de Drôme was Marthe Robin het grootste deel van haar leven bedlegerig en ziek.

De 970 leden van de 78 huizen (foyers), waaronder een retraitehuis in het Nederlands-Limburgse Thorn, verspreid over vier continenten, ontvangen elk jaar bijna 50.000 retraitanten. 

In september 2019 werd besloten een multidisciplinair onderzoek te verrichten nadat een aantal klachten over Finet gegrond waren verklaard. Een commissie werd opgericht, met daarin een advocaat, een historicus, een psycholoog en een theoloog. 

De commissie stelde vast dat Finet tientallen slachtoffers heeft gemaakt. Ook wordt aangetoond dat het hoofdbestuur van de Foyers de Charité grote fouten had begaan.

De getuigenissen bestrijken de periode van 1945 tot 1983. Het gaat om 26 vrouwen, voornamelijk oud-leerlingen van Châteauneuf-de-Galaure, waarvan de meesten toen tussen 10 en 14 jaar oud waren. Zij hebben het gedrag van pater Finet tijdens de biecht aan de kaak gesteld. 

De vrouwen vertelden over aanrakingen van het lichaam, soms op de huid, onder de kleren, en opdringerige vragen over hun seksualiteit. “Deze handelingen waren ernstige schendingen van het intieme leven van deze meisjes en jonge vrouwen, waardoor ze psychologische en spirituele schade opliepen”, aldus de onderzoekscommisie.

Vijftien slachtoffers getuigen van het lijden dat tot op de dag van vandaag voortduurt. “Het feit dat deze handelingen tijdens de biecht door een priester met geestelijk gezag over deze jonge meisjes werden gepleegd, draagt bij aan de zwaarte van hun lijden”, luidt het in het rapport.