Utrecht, 29 mei 2022 - Museum Catharijneconvent in Utrecht opent op 2 juni een tentoonstelling over Adrianus VI, de enige paus die de Lage Landen ooit hebben voortgebracht. Dit jaar is het vijfhonderd jaar geleden dat Adriaan Floriszoon tot bisschop van Rome werd gekozen. Met de kleine expositie wil het museum ook de viering van Utrecht negenhonderd jaar stadsrechten luister bijzetten, want Adriaan werd in 1459 in Utrecht geboren.
“Hij was een integere, principiële man, als paus op een moeilijk plek in een moeilijke tijd”, zegt samensteller Christiaan Veldman. Het ging toen ook slecht met de kerk, vooral door wangedrag van geestelijken, en hervormers wilden vernieuwing. De brave, sobere Adrianus, volgens Veldman een echte vredesstichter, heeft de kerksplitsing die volgde vergeefs willen voorkomen.
Adrianus deed zijn best om de Romeinse Curie, die druk bezig was met machtspolitiek, aan te pakken. In 1523 maakte hij via een gezant zelfs publiekelijk excuses tijdens een rijksdag in Neurenberg, waarbij hij erkende dat de uit de hand gelopen situatie de eigen schuld was van de kerk. Hij liet er een tekst voorlezen waarin hij volgens Veldman zelfs schreef dat het wangedrag was “ingekankerd”. Op de expositie is er een versie van te zien.
Het bijzondere van dat document is volgens Veldman dat die afkomstig is van Maarten Luther, de aanstichter van de Reformatie. “Die probeerde er later zijn eigen gelijk mee te bewijzen, wel een beetje smerig van hem, want dat deed hij ook nog eens pas vijftien jaar na Adrianus' dood.”
Op de expositie ligt ook een ander schrijven, dat hij in het eerste jaar van zijn pausschap meteen naar Utrecht stuurde. Met deze indrukwekkende pauselijke bul, waar zijn loden zegel nog aanzit, wilde hij optreden tegen de handel door louche geestelijken in valse aflaten (kwijtscheldingen van straffen in het vagevuur).
Verder zijn de dictaten in te zien van colleges die hij, voordat hij paus was, als hoogleraar in Leuven gaf. De inhoud is volgens Veldman met name interessant omdat eruit blijkt dat Adrianus het eigen geweten van de gelovigen voorop stelde.