Rome, 11 februari 2024 – Paus Franciscus heeft vanochtend in de Sint-Pietersbasiliek voor het eerst een vrouw uit zijn geboorteland Argentinië gecanoniseerd. Het betreft de in 2016 zaligverklaarde María Antonia de Paz y Figueroa, ook bekend als María Antonia de San José en als Mama Antula. De huidige president van Argentinië, Javier Milei, woonde de plechtigheid bij.
De nieuwe heilige, op bijzondere wijze verbonden met de jezuïetenorde, is een toonbeeld van naastenliefde en solidariteit met de armen.
María Antonia de Paz y Figueroa werd geboren in 1730, in de stad Villa Silípica, gelegen in de huidige Argentijnse provincie Santiago del Estero. Ze was de dochter van een rijke militair die burgemeester was geworden. María Antonia werd streng godsdienstig opgevoed. Al op vijftienjarige leeftijd legde ze haar religieuze geloften af en begon ze kloosterlijke kleding te dragen. Daarna deed ze haar geestelijke oefeningen bij de jezuïeten.
In 1760 vormde ze een groep jonge vrouwen die gemeenschappelijk leefden, baden, liefdadigheid beoefenden en samenwerkten met de jezuïeten. De inheemse mensen noemden haar Mama Antula (dat in het Quechua staat voor ‘Moeder Antonia’). Twintig jaar lang stond haar leven in dienst van de jezuïeten en hielp hen vooral bij de organisatie van de geestelijke oefeningen.
Tegen de achtergrond van de onderdrukking van de Compagnie van Jezus in het Spaanse Rijk door Karel III, ondernam zuster María Antonia lange voetreizen om de Ignatiaanse spiritualiteit te promoten zodat zoveel mogelijk mensen de schoonheid van de navolging van Jezus Christus zouden ervaren.
Toen Mama Antula 69 jaar oud was, namen haar krachten fors af. Ze werd getroffen door een dodelijke ziekte en stierf in Buenos Aires, in het retraitehuis dat ze had opgericht, op 7 maart 1799. Haar stoffelijk overschot werd begraven in de Basiliek van Nuestra Señora de la Piedad in Buenos Aires, omdat dit het eerste kerkgebouw was dat ze betrad aan het einde van haar lange pelgrimstocht te voet vanuit Santiago del Estero.