Beiroet, 20 januari 2022 - De Libanese bisschop César Essayan opent zaterdag officieel het zaligverklaringsproces van de Nederlandse jezuïet en missionaris Nico Kluiters, die in 1985 in Libanon werd vermoord.
Pater Nico Kluiters werkte tien jaar als pastoor in enkele christelijke dorpen in de Bekavallei, in het oosten van Libanon. Ten tijde van de Libanese burgeroorlog (1975-1990) ijverde hij voor vrede en verzoening. Op 14 maart 1985 werd hij ontvoerd door militanten van een islamitische organisatie. Enkele weken later werd zijn ernstig verminkte lijk gevonden.
In het proces van zaligverklaring onderzoekt een tribunaal, onder voorzitterschap van bisschop Essayan, of Kluiters als martelaar is gestorven. Dat wil zeggen, of hij vanwege zijn geloof is gedood (in odium fidei).
De opening van het proces vindt plaats tijdens een eucharistieviering in de Sint-Jozefkerk in Beiroet; daarbij worden alle betrokken personen beëdigd.
Nico Kluiters werd in Delft geboren op 25 mei 1940. Hij studeerde onder meer aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1965 begon hij aan het noviciaat van de Nederlandse jezuïeten. Al na een jaar werd hij uitgezonden naar Libanon, een missiegebied van de Nederlandse jezuïeten. Daar vervolgde hij zijn noviciaat en begon hij aan de studie van de Arabische taal.
In de zomer van 1973 ontving Nico in Amsterdam de priesterwijding. Terug in Libanon ging hij als pastoor aan de slag. In het noorden van de Bekavallei, een 160 kilometer brede hoogvlakte tussen de beide bergketens van de Libanon. Hij woonde er tussen de arme christenen, temidden van een hoofdzakelijk sjiitische bevolking.
In 1975 begon de Libanese burgeroorlog. In een brief uit 1980 schrijft Nico over kidnapping, moord, versperringen. “Ons eigen huis is beschoten. Het telefooncontact is meer dan ooit verbroken. Vaak geen elektriciteit.” Eind 1982 schrijft hij openlijk over de vraag of hij wel moet blijven in Libanon. In dat jaar waren honderden christenen ontvoerd door moslims, waarvan er enkelen werden vermoord. Een priester werd stevig mishandeld, een bisschop en twee vicarissen werden gekidnapt maar ook weer vrijgelaten.
Op 14 maart 1985 werd hij ontvoerd door vier gewapende mannen. Zij namen hem mee naar een grot, waar ze hem gruwelijk folterden en uiteindelijk vermoorden. Op 1 april van dat jaar werd zijn lichaam gevonden op de bodem van een natuurlijke kloof van 97 meter diep.