München, 9 mei 1921 - Het is vandaag precies een eeuw geleden dat Sophie Scholl (1921-1943) ter wereld kwam. Zij was als student in München lid van de christelijke verzetsgroep Weiße Rose. Na haar arrestatie ondertekende Adolf Hitler persoonlijk haar doodvonnis en dat van haar broer Hans.
Sophia Magdalena Scholl werd op 9 mei 1921 geboren in Forchtenberg (Baden-Württemberg). Haar ouders gaven haar een vrijzinnig protestantse opvoeding. Nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht was gekomen, werd zij een fanatiek lid van de Bund Deutscher Mädel (BDM), de vrouwelijke tak van de Hitlerjugend. Gaandeweg werden haar ogen geopend voor de kwaadaardigheid van de nationaalsocialistische ideologie. Vooral het antisemitisme en het wreed geweld maakte van haar een overtuigd antinazi. Ze nam daarop haar toevlucht tot de literatuur van grote figuren van de christelijke beschaving. Zoekend naar zingeving maakte ze rond de jaarwisseling van 1937/38 in Ulm kennis met een vriendenkring ontstaan rond de jonge katholiek Otl Aicher, die zijn metgezellen inspireerde met zijn enthousiasme over het werk van Sint-Augustinus van Hippo.
Scholls religieuze ontwaking gebeurde echter pas in de lente van 1941. Ze was toen voor de Rijksarbeidsdienst werkzaam in een kamp bij Sigmaringen. Op Goede Vrijdag van dat jaar schreef zij in haar dagboek: “Vanavond keek ik door het raam naar de avondhemel. Toen herinnerde ik me ineens dat het Goede Vrijdag was. De vreemde verre, onverschillige hemel maakte me verdrietig. Of de vele lachende mensen die niets met de hemel van doen hadden.” De volgende dag op Stille Zaterdag tekende ze op dat ze een kerk had bezocht om daar knielend te bidden.
Op Paaszondag 1942 zei Sophie tegen haar vriendin Lisa dat ze heel vroeg was opgestaan om deel te nemen aan de paasliturgie in een katholieke kerk in Söflingen. Kort daarna verhuisde ze naar München om te studeren; aanvankelijk woonde zij bij Carl Muth, de redacteur van het katholieke maandblad Hochland. Omdat haar broer Hans zo enthousiast was over de prachtige kerken in het Beierse Oberland, bezochten de twee begin juni de beroemde Wieskirche.
Van 27 juni tot 12 juli 1942 schreven en verspreidden Hans Scholl en Alexander Schmorell de eerste vier folders van de Weiße Rose. Sophie was toen nog niet ingewijd.
In augustus en september 1942 werd Sophie te werk gesteld in een fabriek in Ulm. Daar werkte ze samen met een Russische dwangarbeidster, voor wie ze grote sympathie kreeg, mede omdat die de bevelen van de schreeuwende voormannen beantwoordde met een glimlach. In die tijd schreef ze in haar dagboek dat ze elke avond bidt. De Romeinenbrief van Sint-Paulus was ook een van de bronnen van haar innerlijke kracht. Bij het lezen ervan realiseerde zij zich hoe de hele wereld verlossing nodig heeft en ook waardig is om verlost te worden.
Toen Hans en Sophie Scholl op 18 februari 1943 het zesde anti-nationaalsocialistische pamflet in het atrium van de Ludwig Maximilians-Universiteit in München neerlegden, werden zij betrapt en meteen gearresteerd. Het proces vond vier dagen later plaats in het Paleis van Justitie in München. De doodvonnissen waren reeds op voorhand door Hitler bekrachtigd. Moedig trad sprak Sophie tegenover de voorzittende rechter Roland Freisler over God, geweten en mededogen. Het doodvonnis ‘in naam van het volk’ werd slechts enkele uren later voltrokken in München-Stadelheim. Johann Reichhart, de beul die Sophie onthoofdde, verklaarde later dat hij nog nooit iemand had ontmoet die zo dapper haar dood tegemoet was getreden. Kort voor zonsondergang werden de lijken van Sophie en haar broer begraven op het kerkhof van Perlacher Forst.
bron: Die Tagespost