Turijn, 5 juli 2025 – In de Dom van Turijn is gisteren de 100ste sterfdag van de zalige Pier Giorgio Frassati gevierd. Vele gelovigen waren naar de kathedraal gekomen om te bidden bij het graf van de charismatische lekengelovige, die op 7 september in Rome door paus Leo XIV zal worden heiligverklaard.
“Deze 100 jaar hebben Frassati tot een populaire jongeman gemaakt. Niet alleen in Turijn, niet alleen in Piemonte, niet alleen in Italië, maar over de hele wereld”, zei kardinaal Roberto Repole, de aartsbisschop van Turijn, gisteravond tijdens de mis ter gelegenheid van het eeuwfeest op 4 juli.
Repole sprak over Frassati als “een authentieke getuige van Christus en de Eeuwige God” en als “een geboren leider”, die van de bergen hield en de mensen om hem heen inspireerde.
Na de avondmis volgde de eucharistische aanbidding, waarbij de kathedraal tot laat in de nacht open bleef terwijl jongeren in stilte knielden bij het graf van de zalige die door paus Johannes Paulus II “de Man van de Zaligsprekingen” werd genoemd.
In het aartsbisdom Turijn was het gisteren de hele dag Frassati Day, met een uitgebreid programma van diverse groepen, vooral jongeren.
Pier Giorgio Frassati werd geboren op 6 april 1901 in Turijn. Zijn vader was Alfredo Frassati (1868-1961), een agnost die medeoprichter en eigenaar van de liberale krant La Stampa was en later zitting had in de senaat van de Italiaanse Republiek. Zijn moeder was Adélaïde Ametis (1877-1949), een bekende kunstschilder.
Pier Giorgio Frassati combineerde een diep geloofsleven met actieve betrokkenheid bij de politiek en dienstbaarheid aan de armen. Hij trad toe tot de Derde Orde van de Dominicanen, beklom bergtoppen in de Alpen en deelde voedsel en medicijnen uit aan behoeftigen in de armste wijken van Turijn. Hij stierf op 4 juli 1925 op 24-jarige leeftijd aan polio, waarschijnlijk besmet door een van de mensen die hij hielp.
Nicht en achterneef aanwezig
Frassati’s zus was de dichter Luciana Frassati (1902-2007), die in 1923 in het huwelijk trad met de Poolse diplomaat Jan Gawroński en zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Polen tegen de nazi’s verzette.
De dochter van Luciana, Giovanna Gilardini, nam gisteren ook deel aan de mis in de Turijnse dom. “Hij is mijn oom. Mijn moeder vertelde ons vaak over Pier Giorgio”, vertelde de 93-jarige nicht van de aanstaande heilige aan het Amerikaanse persagentschap CNA. Ze herinnerde zich een moment in 1981 toen Frassati's kist werd geopend tijdens het zaligverklaringproces. “Ik zag hem liggen. Hij was intact, volkomen intact.”
Het lichaam van Frassati bleek niet vergaan te zijn, ofwel beschermd tegen het natuurlijke proces van ontbinding na de dood. Dat moment, legde Gilardini uit, versterkte haar geloof in zijn heiligheid. “Pier Giorgio helpt me altijd heel veel [vanuit de hemel]”, voegde ze toe.
Vlak achter haar zat haar kleinzoon, de 14-jarige Pier Giorgio Gilardini, vernoemd naar zijn zalige oudoom. “Om zijn naam eer aan te doen, voel ik dat ik goed moet zijn. Hij inspireert mij”, zei de tiener tegenover CNA.
Heiligverklaring
Het aartsbisdom Turijn en het naburige bisdom Biella deelden de verantwoordelijkheid voor de herdenkingen, net zoals Pier Giorgio Frassati zijn tijd verdeelde tussen de stad en de bergen. Hoewel hij het grootste deel van het jaar in Turijn woonde, bracht hij zijn zomers door bij zijn grootouders in het bergstadje Pollone, waar hij wandelde en bad in de Alpen.
Afgelopen donderdagavond werd er een vigilie-mis gevierd in de schaduw van de Alpen op het terrein van Villa Ametis, het huis van de familie Frassati in Pollone. Voorganger was bisschop Roberto Farinella van Biella, die het eeuwfeest omschreef als een viering van Frassati's “geboorte in de hemel”.
Pier Giorgio Frassati zou eigenlijk tijdens een kerkelijk jongerenfestival (28 juli tot 3 augustus) van het Jubeljaar worden gecanoniseerd. Vanwege het overlijden van paus Franciscus werd een andere datum gekozen.
Op 13 juni maakte paus Leo tijdens een consistorie bekend dat hij op 7 september in één viering zowel Pier Giorgio Frassati als Carlo Acutis zal heiligverklaren.