3e Zondag van de Advent (c)
Pastoor Norbert Schnell
H. Antoniuskathedraal, Breda
Lezingen:
Sefanja 3, 14-18a
Filippenzen 4, 4-7
Lucas 3, 10-18
“Waar het hart vol van is, daar stroomt de mond van over.” Dit is een bekend Nederlands spreekwoord. Minder bekend is misschien dat het uit de Bijbel komt. Jezus gebruikt het om te illustreren dat een goed mens uit de goedheid van zijn hart het goede voortbrengt en een slecht mens het slechte. Wij gebruiken het spreekwoord vandaag vooral om over de passie van mensen te spreken. Iemand die gek is van sport en alleen nog maar over sport kan spreken. Of iemand die alleen nog maar over een hobby of over zijn geliefde spreekt.
“Waar het hart vol van is daar stroomt de mond van over.” We kunnen dit ook van Johannes de Doper zeggen. Hij is vol van de komst van de Messias. En hij kan niet anders dan daarover spreken. Hij vermaant de mensen onophoudelijk. Hij roept de mensen op om zich te bekeren en zo voorbereid te zijn om de Messias, de gezalfde van God, te ontvangen.
Vatten we de drie vermaningen van dit Evangelie samen, dan zegt Johannes ons ten eerste: deel met de mensen in nood van wat je bezit; ten tweede: wees te allen tijde eerlijk; en ten derde: misbruik mensen niet voor jezelf, maar wees tevreden met wat je hebt. Iedereen zal deze drie vermaningen wel in meer of mindere mate op zichzelf kunnen betrekken.
De weg van de bekering hebben we allemaal nog steeds nodig. Daarom horen we de oproep van Johannes ieder jaar weer opnieuw in de adventstijd. Naast de oproep tot bekering staat op deze derde zondag van de advent ook de vreugde centraal. We worden ook opgeroepen om vreugdevol te zijn: “Verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens, verheugt u!”
Zoals de regelmatige boete en ommekeer tot het leven van een christen behoort, zo ook de vreugde. Vreugde is iets anders dan plezier of gezelligheid. Je maakt het gezellig en je gaat plezier maken. Van vreugde word je echter vervuld. Het komt als het ware in je. Soms op hele onverwachte momenten. Je kunt zelfs vol vreugde zijn in tijden van droefenis. Misschien kent u die ervaring: je ziet op tegen een bezoek bij iemand die ongeneeslijk is, je gaat, je hebt uiteindelijk een mooi gesprek samen en dat je na dat gesprek iets van vreugde in jezelf ervaart.
We beleven op dit moment donkere tijden. Door de pandemie voelen veel mensen zich eenzaam. Veel jongeren hebben te maken met depressieve klachten. Er is een duidelijke tweedeling in onze samenleving. We hebben te maken met een klimaatcrisis, een vluchtelingencrisis en noemt u alle ellende maar op. Toch is dat voor ons christen geen reden om somber te zijn. Wij dragen de vreugde in ons. Het is een gave van de Heilige Geest; de Heilige Geest die in ons woont. Daarmee is de vreugde ook altijd in ons hart. Het is soms moeilijk om erbij te komen, maar waar het lukt om de innerlijke vreugde te voelen, daar begint het als het ware over te stromen.
In de ware vreugde, zo kardinaal Newman, liggen vele genadegaven opgesloten. Vreugdevolle mensen zijn liefdevol, vreugdevolle mensen zijn vergevingsgezind, vreugdevolle mensen zijn vrijgevig. De vreugde maakt mensen rustig, dankbaar, hartelijk, zachtmoedig, kortom met de overstromende vreugde komt ook de liefde tot haar volheid.
“Verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens, verheugt u!” Bidden wij dat in deze advent de bekering van het hart gepaard mag gaan met het overstromen van vreugde, dat wij op deze wijze aantrekkelijke getuigen zijn van de Blijde Boodschap, namelijk dat de Heer ons allen nabij is.