St. Joriskerk, Eindhoven
Pastoor René Wilmink
Samenvatting van de preek
Wijsheid 7, 7-11
Hebreeën 4, 12-13
Marcus 10, 17-30
De juiste vraag!
Van vragen word je wijzer. Domme vragen bestaan in principe niet. Het is de route meer te weten te komen. Echter, de grootste vragen die ons persoonlijk bestaan aangaan, vermijden we misschien wel een beetje. Of geven we er een bepaalde fraaie draai aan?
De vraag die vragen oproept
Vandaag vinden we in het evangelie de zogenaamde “rijke jonge man”. “Zijn naam weten we niet. Marcus geeft daarmee de kans dat we onze eigen naam kunnen invullen.
“Goede meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?”.
Het is de perfecte vraag, niet waar? Je raakt er bijna van onder de indruk.
Jezus lijkt er niet zo enorm van onder de indruk. Jezus stelt daarom zelf vragen. Waarom noem je goed?? De man weet in principe met Wie hij dus van doen heeft. Deze wetenschap heeft ook consequenties, anders blijft het enkel lippendienst. Hij moet nu de vraag beantwoorden. Jezus is de vragensteller. Onderhoud je de geboden?? De eerste drie geboden van de decaloog laat Jezus onaangeroerd. De geboden die de intermenselijke verhoudingen naar recht ordenen worden eerst ondervraagd. Eer je vader en je moeder, dood niet, pleeg geen echtbreuk, lieg niet, wees niet jaloers. Wat een programma, wat een uitdaging, alle tijden door, ook voor onze tijd! Deze geboden onderhouden betekent recht doen aan de naaste. De rijke jonge man in het evangelie durft te beweren dat hij deze geboden allemaal onderhoudt. En wij?
Waar gaat de centrale vraag dan over?
De rijke jongen met wie Jezus in gesprek is, heeft blijkbaar van binnen een diep verlangen en merkt dat er iets mist…..
Jezus vraagt het hem ook “Wil je volmaakt worden?”. Nu zijn de rollen omgekeerd: Jezus stelt de vraag waar de jonge man eigenlijk mee kwam. Via de tweede helft van de decaloog zijn ze nu beland bij de kernvraag naar heiligheid, volmaaktheid. Nu geeft Jezus het antwoord: maak je los van alles waar je gevangen in zit: grote en kleine hebbedingetjes, het maakt ons dikwijls tot gevangenen.
Zijn we wat we hebben? Het antwoord door Jezus gegeven, is een opdracht: ga, verkoop alles en doe er goed mee aan de noodlijdende. Dan komt er ruimte, innerlijke vrijheid om je te binden aan de Heer.
Ons antwoord en de consequentie
Wat is de reactie bij ons? De rijke jonge man (dat hij rijk is, weten we inmiddels en ook dat hij zelf bevestigt dat hij de Tien geboden toch wel onderhoudt). En de slotreactie weten we: hij is niet blij. Hij is teleurgesteld in de Jezus, in de opdracht die Hij krijgt.
Terwijl Jezus deze jonge man juist serieus neemt tot op het hoogste niveau: hij vroeg toch om de route naar volmaaktheid. Jezus had hem niets gevraagd. Hij was zelf gekomen, omdat hij de vrijheid, de kracht en vrede van Christus had ontdekt.
Die vrede kan niet ons deel worden als we ons niet werkelijk los durven maken alles wat voorbij gaat. Het was de opdracht aan de apostelen om alles achter te laten en zich volledig te richten op het navolgen, het vergezellen van Jezus. Dan kunnen we ook door Hem uitgezonden worden om Hem in de wereld te brengen.
Christen zijn is je identiteit in Christus vieren en leven. Onze parochie heeft dit werkjaar als jaarthema: “Leef je geloof”!
Als dat grote woord een leeg huls is, zal ons leven – net zoals bij de rijke jonge man – een teleurstelling blijken als het er op aan komt om de consequentie van ons leerling zijn te aanvaarden en uit te voeren. Dat zal ons werkelijk vrij maken en ons tot vruchtbare verkondigers van Christus maken.