20e Zondag door het jaar (c)
Pastoor Arjen Bultsma
Sint Franciscusbasiliek, Bolsward
Jeremia 38, 4-6.8-10
Hebreeën 12, 1-4
Lucas 12, 49-53
‘Geef me de vijf!’ Het is een uitroep die je af en toe kunt horen. ‘Geef me de vijf!’. Het is een hartelijke vraag om elkaar met overtuiging de hand te schudden. Geen slappe hand, geen zacht verplicht handje, maar een ferme diep gevoelde handdruk.
Misschien als felicitatie na een moeizaam en spannend examen. Wellicht als slot van onderhandelingen met een mooi contract als resultaat. Of misschien wel omdat er na onmin verzoening kwam. Die hand bekrachtigt dat. ‘Geef me de vijf’ duidt op goede wil, op eenheid en minstens het verlangen naar vrede. ‘Geef me de vijf’ geeft een warm gevoel.
Precies het gevoel dat ontbreekt in de Evangelielezing van deze zondag. Jezus noemt wel het getal vijf - een getal dat kan duiden op eenheid - maar vredig en hartelijk is het allerminst. ‘Vuur ben ik komen brengen!’. ‘Verdeeldheid zal er zijn.’ ‘Twee tegenover drie en drie tegenover twee.’
Geen taal die we zo spontaan van Jezus verwachten. Woorden waarvan je hoopt dat ze niet gelezen worden wanneer je voor het eerst een vriend of vriendin meeneemt naar de kerk. Taal die ons ongemakkelijk maakt wanneer we weten dat iemand voor het eerst eens belangstellend naar de TV-mis kijkt.
Dan ware het ons liever als Jezus sprak over de liefde van God. Bijvoorbeeld het verhaal van de barmhartige vader die een losbandige en inmiddels berooide zoon weer omarmt. Of over die Samaritaan, die een halfdood slachtoffer van rovers verzorgt. Dat is mooi. Daar herkennen we de vrede in die we elkaar straks weer van harte toewensen.
Hoezo dan vandaag vuur en verdeeldheid?
Het helpt misschien om te bedenken dat Jezus vandaag vooral observeert. Daar waar mensen samenzijn, lukt het vaak maar zo moeilijk om de vrede te bewaren. Of ze nu dezelfde achtergrond hebben - zoals vaders en zonen - of van verschillende herkomst zijn - zoals schoonmoeders en schoondochters.
Verdeeldheid is onder de condities van deze aarde soms de wrange vrucht van onderscheiding. Daar waar je na rijp beraad met hart en hoofd tot fundamentele levenskeuze komt, kan het soms heel spannend worden. Al helemaal als het om relaties gaat, die je wilt aangaan en van waaruit je wilt leven. De weg die zich voor jou opende, blijkt voor anderen nog onbegaanbaar te zijn.
Oprecht kiezen voor Christus en zijn Kerk is zo’n keuze. Hier in Nederland kan het al de wenkbrauwen doen fronsen. Er zijn helaas ook landen waar je je leven dan niet meer zeker bent.
Heel schrijnend. Je kiest voor een relatie met God in Jezus Christus, juist omdat je bij Hem vrede en vreugde vindt. Maar in je nabije kring blijkt onvrede het gevolg.
Zijn uitgestoken hand klinkt als een warm ‘Geef me de vijf!’ in je oren. Maar om je heen trekken mensen de handen van je af. Jezus heeft dat goed gezien. Soms kan het zo gaan.
Het vuur waarover Jezus spreekt, is vooral het vuur van oordeel en zuivering. Maar is het erg als het ons ook doet denken aan het vuur van Gods Geest? De Geest die we mogen kennen als Trooster en Helper. De Geest die zacht maakt wat is verstard. De Geest die staat voor wijsheid, kracht, maar ook geduld. De Geest die onophoudelijk elke mens met zachtheid en liefde nabij is en woordeloos blijft fluisteren: ‘Geef me de vijf, deel in mijn vrede en laat me je helpen - te midden van alle onvrede - zelf een boodschapper van vrede te zijn’.