Parijs, 14 juni 2025In de Katholieke Kerk staat de maand juni in het teken van de devotie tot het Heilig Hart van Jezus. Een van de beroemdste kerkgebouwen die daaraan zijn gewijd is de Sacré-Cœur van Parijs. Overmorgen is het precies 150 jaar geleden dat de eerste steen van dit iconische godshuis werd gelegd.

De Basiliek van het Heilig Hart van Montmartre ligt op de top van de heuvel Montmartre, in de wijk Clignancourt in het 18ste arrondissement van de Franse hoofdstad. Het gebouw is eigendom van de gemeente Parijs. De Katholieke Kerk, die het exclusieve gebruiksrecht heeft, bestemde het gebouw als een “heiligdom van eucharistische aanbidding en goddelijke barmhartigheid”.

Architect Paul Abadie, overleden in 1884, wilde dat het nieuwe heiligdom zich zou onderscheiden van de gotische en barokke kerken van de stad. Hij koos voor een eclectische stijl, een die elementen van de Romaanse architectuur combineerde met Byzantijnse elementen. 

Nationale boetekerk

De bouw van dit zowel politiek als cultureel monument vond plaats na de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871). De toenmalige aartsbisschop van Parijs, Joseph Hippolyte Guibert, zag in de militaire nederlaag van Frankrijk een straf van God voor de zonden van de natie. Hij ontwikkelde het idee van een nationale boetekerk, gewijd aan het Heilig Hart, symbool van de goddelijke barmhartigheid. 

De wens om deze basiliek te bouwen paste in de context van een hernieuwde belangstelling voor het sacrale en het streven naar een hernieuwde morele orde. Guiberts plan vond daarom gehoor in de nationale politiek. De toekomstige kerk werd van openbaar nut verklaard door een wet die op 24 juli 1873 werd aangenomen door de Nationale Assemblee van 1871. Op 16 juni 1875 werd de eerste steen gelegd. 

Encyclopedie:  Heilig-Hartmaand

De basiliek werd al in 1891 in gebruik genomen, maar werd pas in 1919 gewijd. De decoratie ervan werd echter nog lang daarna voortgezet: het grote mozaïek in het koor werd voltooid in 1923, de kapel van Sint-Ignatius van Loyola in 1934, en alle glas-in-loodramen werden tussen 1946 en 1977 vernieuwd, nadat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog waren vernield. 

Aartsbisschop Guibert greep met zijn plan van een nationale boetekerk terug op de Franse verzoeningstheologie van de 17de eeuw, met name gevoed door de visioenen van Sint-Margareta Maria Alacoque (1647-1690). Deze kloosterzuster had vlak voor haar dood  koning Lodewijk XIV gevraagd om heel Frankrijk aan het Hart van Jezus te wijden en daartoe in Parijs een kerk te bouwen. Pas twee eeuwen later werd haar verlangen gerealiseerd en wel op de heuvel waar volgens een legende Sint-Dionysius, de eerste bisschop van Parijs, de marteldood zou zijn gestorven. 

Christelijke ‘herovering’ Montmartre

Montmartre – de naam kan ofwel ‘Berg van Mars’ ofwel ‘Berg der Martelaren’ betekenen – was in de 19de eeuw verworden tot een toevluchtsoord van kleine criminelen en prostituees. Sinds de jaren 1880 vestigden zich er ook steeds meer ‘bohémiens’, non-conformistische kunstenaars, die hun inspiratie vonden in de vele kroegjes en bordelen op de heuvel.

Het idee van een “christelijke herovering” van Montmartre werd uitdrukkelijk gesteund door het parlement. Toen was echter nog niet te voorzien dat in 1905 in Frankrijk een strikte scheiding van kerk en staat wettelijk zou worden vastgelegd.

Tijdens de bouw van de nationale ‘verzoeningsbasiliek’ werd Montmartre radicaal heringericht. Langs grote trappen ontstonden mondaine woonhuizen. Door de grootschalige opwaardering van de bebouwing werd de onderklasse verdreven. Vanwege de verhoogde huurprijzen vertrokken vanaf 1910 ook veel kunstenaars. 

Nog steeds is Montmartre vooral door de Sacré-Cœur een populaire toeristenbestemming. Door haar ligging op 130 meter hoogte, vlakbij een van de hoogste punten van Parijs, en haar koepel van 83 meter hoog, is ze van veraf goed zichtbaar. Met bijna elf miljoen pelgrims en bezoekers per jaar is het na de Notre-Dame de Paris het meest bezochte religieuze monument van Parijs.