15-03-2020

Katholiek Wenen zou vandaag eigenlijk groots hebben uitgepakt om de 200ste sterfdag van de patroon van de stad te vieren: Sint Klemens Maria Hofbauer. Maar vanwege de coronapandemie zijn alle openbare kerkelijke vieringen in Oostenrijk afgelast. 

Vanmiddag zou een grote processie door de binnenstad trekken, maar die gaat niet. De hoogmis in de Stefanskathedraal met als hoofdcelebrant kardinaal Christoph Schönborn van 10.15 uur vindt in zeer beperkte kring plaats en kan rechtstreeks gevolgd worden op Radio Klassik Stephansdom en Radio Maria. Voor gisteren was een bedevaart naar onder meer de geboorteplaats van Sankt Klemens gepland, maar ook die was geannuleerd.

In Wenen bestaat grote bewondering voor Hofbauer, wiens leven was gewijd aan geloofsverkondiging, onderwijs, morele bijstand en armenzorg. Hij wordt ook vereerd als ‘patroon van hopeloze zaken’, omdat veel van zijn missiewerk mislukte, met name zijn pogingen om kloosters te stichten. 



Johannes Hofbauer (Jan Dvořák) werd op 26 december 1751 geboren in Taßwitz, Zuid-Moravië. Zijn vader, een veehouder en slager, had de Tsjechische familienaam Dvořák in Hofbauer veranderd. Johannes (‘Hansl’) voelde al jong een priesterroeping. Door omstandigheden werd zijn opleiding tot geestelijke in een vroeg stadium afgebroken, waarna hij bakkersknecht in een norbertijnenklooster werd. In 1775 besloot hij kluizenaar te worden. Toen keizer Jozef II alle hermitages in het Habsburgse rijk opdoekte, ging Hansl naar Wenen om bakker te worden. 

In 1782 werd hij na een bedevaart naar Rome opnieuw kluizenaar, ditmaal in de buurt van Tivoli. In die hoedanigheid nam hij de religieuze namen Clemens Maria aan. Toch dreef zijn verlangen naar het priesterschap hem terug naar Oostenrijk. Maar daar waren op last van de keizer alle seminaries gesloten. Dankzij enkele vrome dames kreeg hij een beurs om theologie te studeren aan de Universiteit van Wenen. Na het behalen van zijn filosofische examens in 1784 ging hij weer naar Italië, waar hij toetrad tot de Congregatie van de Allerheiligste Verlosser (Redemtoristen), gesticht door Alfonsus Maria de’Liguori (1696-1787). Op 29 maart 1785, tien dagen nadat Hofbauer zijn religieuze geloften had afgelegd, ontving hij in de kathedraal van Alatri de priesterwijding.

Clemens Maria was de eerste niet-Italiaanse redemptorist. Hij was van 1788 tot 1820 de vicaris-generaal van het transalpinische deel van zijn congregatie. Hij missioneerde een tijdlang in Polen, waar hij echter in 1808 werd verbannen. In dat jaar kwam hij wederom in Wenen terecht. In de hoofdstad van het keizerrijk werd hij al snel een populaire predikant en biechtvader. Ook in de hoogste kringen was hij een gerespecteerde raadsman. 

Pater Hofbauer speelde een grote rol bij de verdediging van de Rooms-Katholieke Kerk tegen antigodsdienstige tendenzen van de Verlichting en tegen het Josefinisme, het politieke streven om de Kerk ondergeschikt te maken aan de staat, zoals keizer Jozef II (+1790) dat had weten klaar te spelen. 

Clemens Maria Hofbauer stierf op 15 maart 1820 in Wenen. Hij werd in 1888 zaligverklaard en in 1909 heiligverklaard. Zijn graf bevindt zich in de Weense kerk Maria am Gestade.