21 april 2024
H. Hart van Jezuskerk, Roermond
Pastoor Carlos Martinez

Lezingen:
Handelingen 4, 8-12
1 Johannes 3, 1-2
Johannes 10, 11-19

Zoals bij het inleidend woord is gezegd, wordt deze zondag de zondag van de Goede Herder genoemd. En zoals jullie zeker hebben gemerkt, hebben wij deze benaming te danken aan de woorden van Christus die wij hebben gehoord in het Evangelie van vandaag wanneer hij zegt: “Ik ben de goede herder”.

Om deze uitspraak te begrijpen, moeten wij weten dat er in Jezus’ tijd twee soorten herders bestonden: een “goede” herder en een herder die in dienst van een baas was, een huurling. Het verschil tussen deze herders is heel groot en dat zien wij in dit evangelie omschreven: de goede herders waren meestal de eigenaren van de schapen; het waren mensen die zich sterk verbonden voelden met hun kudde, juist omdat zij hún schapen waren. Deze mensen liepen voorop, aan het hoofd van de kudde, gaven leiding aan de kudde, hielpen de schapen die in moeilijkheden waren en verdedigden ze tegen bedreigingen en gevaren.

Naast deze “goede” herders was er een groep huurlingen. Deze huurlingen waren geen eigenaren van de schapen, en als zodanig was hun relatie ook anders. Meestal deden zij hun uiterste best om de schapen goed te weiden, maar het grootste verschil lag hierin, dat zij hun leven niet op het spel zouden zetten als het welzijn van de schapen in gevaar werd gebracht. Meestal trokken zij zich terug om hun eigen leven te redden, terwijl de eigenaars van de schapen ten koste van alles, zelfs van hun eigen leven, de kudde zouden verdedigen. 

Maar waarom is dit verschil zo belangrijk en waarom gebruikt Jezus dit beeld? Door dit beeld te gebruiken wil Jezus laten zien wat zijn missie is, en vooral zijn liefde voor ons, zijn kudde.
Kijk: Jezus is de Goede Herder in zoverre hij de mensheid leidinggeeft. Als we zijn woorden serieus nemen, zijn leer in ons hart prenten, zijn raadgevingen volgen, zullen wij merken dat ons leven een concrete kwaliteitssprong meemaakt, want er is geen woord van Jezus dat, toegepast op ons concrete leven, schade aan ons leven toebrengt. Het tegenovergestelde is waar: op het moment dat wij doen wat Jezus ons zegt, dan groeit in ons de liefde, het geduld, de vriendelijkheid, het vertrouwen, het geloof en de deugden; dingen die het leven van de mens verrijken en zin en doel geven.
Zijn woorden bevrijden de mens van het egoïsme dat onze gebroken natuur kenmerkt, en stellen ons in staat om zonder angst ons leven te geven, ons leven te spenderen voor de andere in liefde en dankbaarheid, omdat Hij ons leven zo mooi en nieuw heeft gemaakt!

En dat is nog niet alles, want Jezus laat zijn liefde zien op het moment dat hij voor de mens een weg opent die leidt tot het eeuwig leven. Als hij de herder is die zijn kudde vooroploopt, wat zijn dan de “situaties” die hij binnengaat om ons hoop te geven? Hij gaat die situaties binnen die wij als mensen vrezen, die wij proberen te vermijden, die ons angst aanjagen. Bijvoorbeeld: Jezus gaat de situatie van het verraad binnen (denk aan Judas die hem “verkocht” heeft); van eenzaamheid (denk aan zijn vrienden die hem in de steek lieten op het moeilijkste moment van zijn leven); hij ondergaat het fysieke lijden (denk aan de geseling en zijn kruisiging) evenals het geestelijke lijden (denk aan zijn woorden op het kruis wanneer hij zich tot de Vader richt: “waarom hebt u mij verlaten”) en uiteindelijk gaat hij zelfs binnen in de dood: de meest angstjagende situatie van alles: het einde van alles wat wij kennen, hebben en zijn!

Christus “wringt” zich tussen deze gebeurtenissen van dood, als wij ze zo kunnen noemen, om ons te laten zien dat wij niet bang hoeven te zijn, omdat hij dit alles niet alleen heeft meegemaakt, maar vooral door zijn verrijzenis heeft overwonnen!
Met andere woorden, wat Jezus doet, is ons zeggen: houdt moed en de hoop brandend, want al lijkt het dat je door “donkere dalen dwaalt”, ik zal bij jou zijn.
Ik ken zelf die situaties die de mens dreigen te vernietigen, waar ik een weg voor jou heb geopend. Daarom moed, wees niet bang en loop, want ik ben je voorgegaan en ik garandeer dat je niet de dood zult vinden, maar het leven. 

Nu denken jullie “mooie afronding van de preek, wij zijn vandaag snel klaar”. Maar neen, want er is nog een puntje dat heel belangrijk is en dat ik met jullie wil delen, maar ik zal hiermee wel afsluiten.
Dat puntje is het volgende: al is Jezus onze aanvoerder en leider, al heeft hij deze situaties van dood overwonnen door zijn verrijzenis, er rest ons alleen één ding, en dat is: dat wij naar zijn stem luisteren, in zijn voetstappen treden en hem willen volgen. En dit is naar mijn mening een van de moeilijkste dingen van deze wereld.

Ik zeg dit, omdat wij in onze haast om gelukkig te zijn, gehoor geven aan de stem van de wereld (een stem die vaak onze vijand, de duivel, gebruikt om ons te misleiden) die ons zegt: “je moet hier en nu gelukkig zijn.” Daarom zoek je geluk in het genot, in het geld, in de seks, in de drugs, in het aanzien, in je bezittingen, in de mode, in de alcohol in jezelf.
En deze stem maakt ons egoïstische mensen: iedereen zoekt kortzichtig naar zijn eigen geluk, zonder rekening te houden met bijvoorbeeld de familie, je naaste, je vrienden, zelfs de aarde. Alles wordt een voortdurende uitbuiting van resources (en ik bedoel hier niet alleen de resources van de aarde, maar ook de menselijke resources: de mensen die God je heeft toevertrouwd en op je pad gezet) zodat “ik” gelukkig kan zijn.

De stem van Jezus, onze herder is een zachte stem. Een stem die door het geschreeuw van de wereld bijna niet meer te horen is. Maar die is er wel en die zegt ons: volg mij! Ik zal je iets nieuws geven, en dat is: dat je het geluk ín mij zal vinden. Als je je leven geeft, als je de ander liefhebt, als je de ander vergeeft, als je jezelf verloochent, zal ik je vrede geven, en blijdschap en moed en uiteindelijk het eeuwig leven. Daar pas, zullen wij echt gelukkig zijn.

Laten wij daarom vandaag gehoor geven aan de stem van onze herder die voor ons echt het beste wil.