Derde Zondag van Pasen (a)

Pastoor Carlos Martinez

H. Hart van Jezus kerk, Roermond

Lezingen:

Handelingen 2, 14.22-32


1 Petrus 1, 17-21

Lucas 24, 13-35

Om het evangelie van vandaag en zijn betekenis te kunnen begrijpen, zou ik deze homilie willen beginnen door een vraag te stellen: heb je zo’n grote teleurstelling meegemaakt in je leven, waarvan je dacht: “ik kom deze klap nooit meer te boven”? Of heb je een moment van totale verslagenheid en zelfs wanhoop in je leven ervaren dat je veel verdriet heeft bezorgd?

Ik stel deze vraag, omdat als wij deze ervaring in ons leven hebben meegemaakt, wij de situatie van deze twee leerlingen, de Emmausgangers, beter kunnen begrijpen, die met de moed in de schoenen Jeruzalem achter zich laten, misschien vluchtend, omdat de dood van Jezus een einde heeft gemaakt aan al hun hoop en verwachting dat hij de Messias zou zijn.

Naarmate deze twee leerlingen Jeruzalem én de andere leerlingen die zijn achtergebleven verlaten, raken zij verwikkeld in een discussie. Zij spreken over wat met Jezus is gebeurd, en zij zijn niet in staat om te begrijpen wat daar heeft plaatsgevonden. Juist op dat moment komt er een “vreemdeling” langs die hen de vraag stelt over het motief van hun discussie. Wij kunnen aan de woorden van een van de leerlingen van Jezus zijn ontevredenheid en verdriet proeven wanneer het verwijt wordt geuit: “Ben je soms de enige die niet weet wat zich de laatste dagen in Jeruzalem rondom Jezus heeft afgespeeld?”.

Zie de ironie hiervan: de enige die juist weet wat in die dagen is gebeurd omdat hij zelf de hoofdrolspeler van deze gebeurtenissen is geweest, vraagt aan de leerlingen wat er is gebeurd. Hij wil namelijk luisteren naar de interpretatie die deze leerlingen aan deze gebeurtenissen geven en naar hoe zij dit hebben beleefd.

Ik vind dit heel bijzonder, omdat dit een werkelijkheid laat zien waarmee wij heel vaak te maken hebben, namelijk dat wij de neiging hebben om een “negatieve” interpretatie te geven aan wat er in ons leven gebeurt. Tegenover de dood van Jezus, zien de leerlingen alleen dit: Zijn dood en het einde van hun droom.

Zo kan het met ons gebeuren dat wij tegenover een ziekte, een teleurstelling, een groot probleem, eenzaamheid of een tegenslag, alleen dit zien en ervaren wat onze zintuigen en onze rede ons voorspiegelen: een negatieve ervaring. Maar zoals Jezus aan de leerlingen zal laten zien, is er altijd een andere kijk, een andere interpretatie op die gebeurtenissen mogelijk. Daarom loopt hij naast hen, en legt hij met groot geduld deze gebeurtenissen uit in het licht van de heilige Schrift. Zo worden deze feiten niet alleen feiten die met de dood van hun vriend eindigen, maar ze worden feiten die een nieuwe werkelijkheid openen: dat God zijn beloftes heeft vervuld in de dood én de verrijzenis van Jezus Christus.

Want dit is wat het geloof in de verrijzenis van Christus in ons leven doet: het maakt het voor ons mogelijk dat wij het leven vanuit een ander perspectief kunnen bekijken en mogen zien dat God er aanwezig is; dat hij onze geschiedenis leidt.

Kijk, het geloof verandert niet de feiten of de gebeurtenissen aan de buitenkant. Als wij geloven, betekent dat niet dat het met ons altijd goed zal gaan, dat er geen ziekte, tegenslag of moeilijkheid ons leven zal raken, “omdat wij in God geloven”. Neen. Het leven blijft wat het is; en ja, het leven kan ook hard en moeilijk zijn; het leven loopt niet altijd “op rolletjes”, kunnen wij zeggen. Nee, het leven blijft zijn ups en downs hebben. Maar het geloof geeft ons wel het vermogen om te zien dat God alles wat ons overkomt “ten goede leidt voor hen die de Heer beminnen” zoals Paulus in zijn brief aan de Romeinen zegt.

Ten slotte geeft dit evangelie ons een sleutel om te evangeliseren, om het geloof door te geven aan de andere generaties, aan de mensen om ons heen die misschien een leven leiden, voor wie misschien alleen het negatieve zichtbaar is. Deze sleutel is dat, net zoals deze leerlingen, (nadat zij bij het breken van het brood Jezus herkenden), naar de andere leerlingen terugkeerden om hen te vertellen wat zij hadden meegemaakt, wij zijn geroepen om hetzelfde te doen: niet zozeer theologische of theoretische redeneringen geven (ook al kunnen die ook waardevol of belangrijk zijn op hun tijd;) maar allereerst met onze naaste de blijdschap van onze ontmoeting met Jezus delen.

Vertel waarom je geloof zo belangrijk is en zeg concreet hoe je Jezus hebt ontdekt in je leven en wat hij voor jou heeft gedaan. Dit is de belangrijkste manier die wij hebben om te evangeliseren.