Verkondiging door mgr. Jan Hendriks op 31 augustus 2025, Kathedrale Basiliek St. Bavo te Haarlem
Lezingen:
Sirach 3, 17-18.20.28-29
Hebreeën 12, 18-19.22-24a
Lucas 14, 1.7-14
Heb je iets bereikt in het leven? Bekleed je een hoge positie? En ben je dan méér dan iemand die geen carrière heeft gemaakt, of ben je dan meer dan iemand die een beperking heeft, dan iemand die arm is of een heel gewoon leven heeft geleid?
Ik denk dat we allemaal het antwoord eigenlijk wel weten: Nee, je bent niet meer dan iemand anders door je hoge positie, je status of geld.
Uiteindelijk zijn we allemaal bedelaars, die leven van wat God ons geeft. De armen en wie een beperking heeft, genieten zelfs van de voorkeursliefde van onze Heer, want Jezus heeft gezegd dat Hij is gekomen voor de armen, voor de gevangenen, de blinden en verdrukten (Lc. 4, 18) en die arme mensen worden zalig geprezen (Lc. 6, 20 vv.).
In het oog van God, in Jezus’ ogen ben je dus zeker niets méér door je rijkdom, je status en positie in de samenleving. Toch is het zowel in Jezus’ tijd als ook in de onze bijna vanzelfsprekend dat een zogenaamd “belangrijke persoon” met bijzondere eer wordt omringd.
Dat kan een artiest zijn of een politicus, iemand van de overheid of van het koninklijk huis, een CEO, een diplomaat of de paus, die behandel je met bijzonder respect.
Dat is op zich ook nog niet verkeerd, het is goed als we mensen waarderen om de taak die ze vervullen en de functie die ze bekleden ten behoeve van de kerk en de samenleving, maar dat vraagt van de persoon die deze eer of erkenning te beurt valt, wel een bijzonder grote innerlijke eenvoud, nederigheid en dienstbaarheid. Want de taak die zij vervullen is pas werkelijk belangrijk door de liefde waardoor zij worden bezield, door de dienstbaarheid die hen kenmerkt.
De intentie waarmee onze taken vervullen, maakt het grote verschil. Vraag je bij alles wat je doet en zegt steeds af: wie zet ik hiermee op een troon, is het God en de naaste, waarheid en goedheid of ben ik dat zelf?
“Wie zichzelf verheft zal vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden”, zegt Jezus ons vandaag.
Hij heeft ons zelf het voorbeeld gegeven: Jezus, de hoogste, de grootste, de belangrijkste, werd de dienaar van ons allen.
De heiligen hebben dit voorbeeld gevolgd. Neem bijvoorbeeld de heilige Elizabeth, landgravin van Thüringen, haar geld en haar status stelde zij in dienst van de armen en de zieken. In het ziekenhuis dat zij bouwde ging zij zelf de zieken verzorgen. Zij was een vrouw in een hoge positie, zij werd pas echt groot door dienstbaar te zijn.
Ja, je bent pas groot en belangrijk in Gods ogen als je je taak vervult in een geest van dienstbaarheid, niet voor jezelf, niet voor eigen glorie, niet om er zelf beter van te worden, maar voor het welzijn van mensen en als verheerlijking van God die je deze talenten en mogelijkheden heeft geschonken. Vergeet alstublieft nooit dat je niets hebt uit jezelf.
Ben je slim? Zie je er goed uit? Ben je handig? Alles is gave, cadeau, ontvangen talenten en, goed, je hebt hopelijk die talenten goed en ijverig ingezet, maar de basis is een geschenk, dat je mocht ontvangen, die talenten heb je gekregen; en, trouwens, in Gods ogen is het ene talent niet belangrijker of groter dan het andere: we vormen tezamen één lichaam, we vullen elkaar aan; misschien kun je maar weinig, maar als je je talenten dienstbaar inzet is dat altijd meer dan genoeg.
Je bent een parel in Gods ogen, zoals je bent, met je talenten en kwaliteiten, je beperkingen en je moeilijkheden, met wat je wél en wat je niet kunt.
Als je veel kunt maar je bent trots en ongenaakbaar, dan is dat vele dat je kunt geen dienst meer en dan stelt het niet veel voor. Maar of je nu veel kunt of maar weinig: als je bescheiden bent en dienstbaar, niet de eer naar jezelf toetrekt, dan is zelfs het kleinste dat je kunt en doet een verrijking voor deze wereld, een bijdrage aan het koninkrijk van God. De Geest waarin je iets doet, die telt!
Dit is wat het evangelie ons deze dag meegeeft: wees zelf bescheiden en nederig, kies de minste plaats en heb aandacht voor de armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden, voor hen die misschien minder geprivilegieerd zijn dan jij.
De Heer zelf zal je dat rijk vergelden.