VERKONDIGING door pastoor Jack Glas
4 oktober 2020
27e Zondag door het jaar (a)

Jesaja 5, 1-7
Filippenzen 4, 6-9
Mattheus 21, 33-43

Beste mensen,
Ik denk dat we ons allemaal wel eens, op de een of andere manier, hebben ingezet voor een ander in grote dingen, of juist in kleine; voor één persoon, of een hele organisatie; maar dat we daar dan helemaal geen bedankje voor hebben gehad; of misschien zelfs een negatieve reactie…
En hoewel we het natuurlijk niet deden voor dat bedankje, voelt het toch wel als een teleurstelling. En zo kunnen we ons, denk ik, goed verplaatsen in de verhalen over de wijngaard van vandaag…

De eigenaar van de wijngaard die er echt alles aan heeft gedaan om de wijngaard goede vruchten voort te laten brengen. In de eerste lezing hoorden we de profeet Jesaja zeggen hoe, ondanks alle goede zorg, de wijngaard gewoon helemaal geen goede vruchten geeft. En in het Evangelie brengt de wijngaard dan wel vruchten voort, maar de pachters houden die voor zichzelf; ze geven de eigenaar niet het afgesproken deel. Sterker nog: ze vermoorden degenen die hij zendt om dat deel in ontvangst te nemen.

In beide gevallen gaat het om een beeld van de mensen waar God zich zo voor heeft ingezet. Geen bedankje kon ervan af. Profeten werden vermoord. En zelfs Gods zoon, Jezus, werd uitgeleverd om gekruisigd te worden.

Aan ons de vraag hoe wijzelf omgaan met datgene wat God ons gegeven heeft. Kunnen wij Paulus’ woorden ter harte nemen? En onze wensen bij God bekend te maken, in gebed en smeking, maar nooit zonder dankzegging?

Dat betekent niet dat we overal maar dankbaar voor moeten zijn. We kennen genoeg voorbeelden van situaties waar we eerder om treuren. Maar… er gebeurt ook zoveel moois in een mensenleven! Nemen we echt de tijd om dat te benoemen, en God daarvoor te danken?

Die dankbaarheid kunnen we ook laten zien door ons doopsel serieus te nemen. Het doopsel waardoor we een hele speciale en persoonlijke band met Christus gekregen hebben. Hoe gaan we daarmee om? Durven we ervan te getuigen, of houden we die relatie liever geheim? Het is zeker niet alleen de taak van de pastor om over God te spreken. Dat is aan ons allemaal, gewoon omdat we bij Jezus horen! Omdat we Gods geliefde kinderen zijn. Omdat we onze dankbaarheid willen uiten!

En ja: ik geef toe, een getuigenis geven is niet altijd gemakkelijk, waar haal ik de woorden vandaan? Wat zullen de mensen wel niet zeggen?
Toch mogen we echt vertrouwen op de heilige Geest die ons daarbij helpt; die geeft ons de woorden, die geeft ons moed als we Hem maar de kans geven!
Daarbij worden we gesterkt door datgene wat Jezus ons meegeeft aan het einde van het Evangelie. Hijzelf, de steen die verworpen werd, is tot hoeksteen geworden! Jezus is verguisd tijdens zijn aardse leven, Hij werd uitgeleverd, Hij stierf aan het kruis. Maar: Hij is ook opgestaan uit de dood!
Daarmee is Hij de hoeksteen geworden, de belangrijkste van ons allemaal. Laat dat voor ons een steun zijn, waar we kracht uit putten.

Vandaag en deze week wil ik u vragen om eens terug te gaan in de tijd om weer eens stil te staan bij uw doopsel en dan na te denken hoe u dat doopsel beleeft.
Wat betekent het voor u om zo’n bijzondere band met Christus te hebben? Hoe geeft u daar inhoud aan?