Doop van de Heer, 9 januari 2021 (c)
Pastoor Eric Fennis
Basiliek van de H. Nicolaas, Amsterdam

Jesaja 42, 1-4.6-7
Handelingen 10, 34-38
Lucas 3, 15-6.21-22

Op de vraag van haar dochtertje: ‘waarom heb ik eigenlijk een naam?’ antwoordde haar moeder: ‘Als je een naam hebt, kan ik je roepen, en als ik je roep kun je komen, en als je komt kan ik je vasthouden, en als ik je vasthoudt kan ik je loslaten….’ Ontroerend toch? Want is dit niet wat je als ouders ervaart als je kinderen op weg zet naar hun volwassenheid.

Bij een doop is het noemen van de naam van de dopeling een heel belangrijke taak van de ouders. Zij onthullen de naam van hun kind met trots en ontroering, omdat wij erop vertrouwen dat dit kleine mensje met deze naam, en gedragen dus door God zelf, de wereld ingaat. Die naam gaat een leven lang mee. En het kan opnieuw ontroerend zijn om iemand aan het einde van dat soms lange leven opnieuw bij die naam te noemen, juist omdat degenen die gewend waren je zo te noemen niet meer leven en je dus vaak alleen nog bekend bent als mevrouw of meneer.

Vandaag vieren we de doop van Jezus zelf. Het is binnen een week wel even schakelen van het Kind in de kribbe, naar de volwassen man, zo’n dertig jaar later. Volgens de joodse traditie werd Jezus als kind niet gedoopt, maar opgedragen in de tempel. We vieren dat op 2 februari. Die doop is dus iets nieuws en het markeert het begin van zijn openbare leven. Vanaf vandaag leren we een Jezus kennen die zich bewust is van zijn unieke opdracht en daarin bevestigd wordt door God zelf. ‘Jij bent mijn Zoon, ik houd van jou en ik heb vertrouwen in jou’!

Deze tekst zal God later nog een keer herhalen als Jezus op weg is naar Jeruzalem en halverwege zijn reis de berg Tabor aandoet. Jezus staat dan voor de ingrijpende vraag of hij wel naar Jeruzalem moet gaan, omdat lijden en sterven hem daar te wachten staan. En opnieuw wordt Hij bevestigd in zijn opdracht.

Wij kennen inmiddels een lange traditie van de kinderdoop. Tegenwoordig gelukkig niet meer vanwege het idee dat niet gedoopte kinderen niet in de hemel zouden komen. Nee, we willen ze graag al zo jong mogelijk opnemen in die grote familie die wij christenen noemen. Maar ook steeds meer volwassenen die niet uit deze traditie komen, zijn vaak met een zoektocht bezig en weten zich uiteindelijk door de doop gekend en bemind door God zelf.

En bij al die dopen moeten onze eigen namen klinken, maar wordt er tegelijkertijd een nieuwe naam aan toegevoegd. Ik mag mij namelijk vanaf die doop ook christen noemen en met die naam word ik vanuit de geschiedenis van God met zijn mensen op weg gezet.

Wij zijn namelijk gedoopt in de naam van God de Vader. Aan die vader hebben wij het leven te danken. Onze gelovige ouders zagen ons als een geschenk van God. Vooral ouders die moeite hebben gehad met het krijgen van kinderen, of die in de omstandigheid verkeren dat zij nooit kinderen kunnen krijgen, zullen heel sterk ervaren dat je geen kinderen neemt, maar hoopt te ontvangen.
De bijbel staat vol met verhalen over God die een plan heeft met zijn wereld. Die beschermd en bevrijd, en die zich aan Mozes bekend maakt met de naam: ik ben er voor jou! En dit vertrouwen hebben wij bij onze doop al meegekregen.

Maar we zijn ook gedoopt in de naam van God de Zoon. God wilde op enig moment in de geschiedenis concreet de wereld binnentreden en zelf mens worden in Zijn zoon Jezus. In Hem zien we daardoor hoe God een mensenleven bedoeld heeft. Dus zegt God niet voor niets over Hem: ‘Hij is een kind naar mijn hart, luister naar Hem’. Ook dit vertrouwen krijgen we bij de doop mee: kijk naar Hem en volg Hem, dan ben je op de goede weg. Dan zul je zelf ook in staat zijn een levende verkondiger van Gods liefde te worden voor anderen.

En we zijn gedoopt in de naam van God de heilige Geest. Die Geest is de levensadem van God, aan ons gegeven en nodig voor ons om het leven vol te houden. Het was ook de levensadem van Jezus zelf. Daar haalde hij de kracht vandaan om in zijn liefde voor ons tot het uiterste te gaan. Bij de doop is deze Geest ons als het ware ingeblazen en werd die Geest ook onze levensadem. Die Geest die in ons bidt, ons inspireert, ons begeestert en ons doet warmlopen om in de voetstappen van Jezus te willen treden.

Ik nodig u daarom uit om vandaag op het feest van de doop van de Heer, opnieuw te kiezen om te leven vanuit uw eigen doop. Want als we in de namen van Vader, Zoon en Geest gedoopt zijn, dan zijn we met geloof, hoop en liefde bekleedt. En we kunnen toch als mens niet zonder deze drie leven? Zo zijn we hopelijk sterk genoeg om het goede te doen en uiteindelijk in Zijn naam vrede te oogsten.