- [ ] Pope Emeritus Benedict XVI (C) is helped by the prefect of the papal household Georg Gaenswein (R) to pass the "Holy Door" as Pope Francis (L) looks on, during the ceremony marking the start of the Jubilee Year of Mercy, on December 8, 2015 in Vatican. AFP PHOTO / ALBERTO PIZZOLI

Opfenbach, 5 december 2025 Aartsbisschop Georg Gänswein zet zich in voor de zaligverklaring van wijlen paus Benedictus XVI, wiens privésecretaris hij was. In een gesprek met de katholieke zender K-TV verklaart de Duitser die tegenwoordig apostolisch nuntius in de Baltische staten is, dat hij “zeer hoopt dat een dergelijk proces wordt gestart”. Gänswein zegt zich ook goed te kunnen voorstellen dat Benedictus XIV ooit de titel van ‘Leraar van de Universele Kerk’ krijgt.

Het interview zal op 7 december door K-TV worden uitgezonden in alle Duitstalige landen.

Georg Gänswein, priester van het aartsbisdom Freiburg im Breisgau, ging in 1993 nadat hij in München was gepromoveerd tot doctor in het canoniek recht, naar Rome om zitting te nemen in de staf van kardinaal Joseph Ratzinger. Toen die in 2005 als paus aantrad werd hij diens eerste persoonlijke secretaris. In 2012 benoemde Benedictus hem tot prefect van het Pauselijke Huis, waarmee hij verantwoordelijk werd voor alle audiënties en staatsontvangsten. Na het aftreden van Benedictus handhaafde paus Franciscus hem op die positie tot 2022.

Gänswein benadrukt in het interview vooral het centrale belang van ‘vreugde’ in de theologie van Joseph Ratzinger. Voor Benedictus XVI was het geloof een bron en maatstaf van vreugde. “Als het geloof niet tot vreugde leidt, is er iets niet helemaal in orde met het geloofsleven. Ratzinger, Benedictus XVI, is een theoloog van de vreugde”, aldus Gänswein, die na Benedictus’ aftreden samenwoonde met de emeritus paus.

Met het oog op de toekomst van de zogenaamde buitengewone vorm van de Romeinse ritus pleit Gänswein voor een terugkeer naar de lijn van Benedictus XVI. Die bepaalde in 2007 met de apostolische brief Summorum Pontificum dat elke priester voortaan vrij was om de mis volgens de in 1962 hervormde Tridentijnse ritus op te dragen.

De ‘Tridentijnse ritus’ is de aanduiding voor de tijdens het Concilie van Trente (Latijn: Tridentum), gehouden van 1545 tot 1563, vastgestelde ritus van de Kerk van Rome. De laatste keer vóór de ingrijpende liturgiehervorming van het Tweede Vaticaans Concilie dat het Tridentijnse missaal werd aangepast was in 1962. Benedictus XIV verklaarde de vernieuwde liturgie tot de ‘gewone vorm van de Romeinse ritus’ en de Tridentijnse tot ‘buitengewone vorm’.

Gänswein: “Ik beschouw de verstandige regeling van paus Benedictus als de juiste weg – en deze weg moet zonder bezwaar, zonder beperkingen worden voortgezet.” Hij hoopt dat op deze manier de conflicten binnen de kerk kunnen worden bijgelegd.

Met de apostolische brief Traditionis custodes stelde paus Franciscus strengere regels vast voor de viering van de zogenaamde Tridentijnse mis. De Argentijnse paus zei daarin dat de liturgie zoals die na Vaticanum II tot stand kwam, de “enige uitdrukkingsvorm” van de Romeinse ritus is. Sindsdien mag de liturgie volgens Tridentijnse ritus alleen nog met toestemming van de plaatselijke bisschop worden gevierd.