Haarlem, 17 februari 2023 – Negentien vrouwen hebben vandaag tijdens een rechtszaak in Haarlem geëist dat zij schadeloos worden gesteld voor het leed dat hun is aangedaan toen ze als meisje te werk waren gesteld in kloosters. De Zusters van de Goede Herder wilde hen indertijd echter helpen, aldus de verdediging van de advocaten van deze religieuze congregatie. “Ze dachten dat ze iets konden betekenen voor de meisjes.”

Zeker 15.000 meisjes deden tussen 1948 en 1978 onbetaald werk in de wasserijen en naaiateliers van de Congregatie van Onze Lieve Vrouw van Liefde van de Goede Herder in Zoeterwoude, Tilburg, Velp en Almelo. 

De zusters dachten in die tijd dat het werk de meisjes “discipline en perspectief” kon bijbrengen. “De zusters hadden het idee dat ze de meisjes klaarstoomden voor hun leven na de instelling”, aldus de advocaten van de congregatie. “De meisjes verrichten het werk dat in die tijd van vrouwen verwacht werd.” Die tijdsgeest is van groot belang, bepleiten de advocaten dan ook. “Hoe stel je vast welke normen er golden meer dan veertig tot zeventig jaar geleden?” vraagt een van hen zich hardop af. “Je kan en mag deze zaak niet door de bril van de 21ste eeuw bekijken.”

In veel gevallen voorkwamen de Zusters van de Goede Herder dat meisjes op straat belandden, zeker bij sommigen die meerdere keren uit andere jeugdzorginstellingen moesten vertrekken. “De kloosters werden gezien als het laatste redmiddel. Zij hielden de deuren open voor meisjes die verder nergens terecht konden”, zeggen de advocaten. Ook uit een uitspraak van de kinderrechter blijkt dat, stellen ze. Die plaatste bijvoorbeeld een meisje in het klooster omdat ze in de instelling in Rotterdam niet “te handhaven” was. In belang van de opvoeding en verzorging moest ze daarom naar de zusters.

Bij de zusters kwamen zowel meisjes die uit huis waren geplaatst terecht als meisjes die strafrechtelijk waren vervolgd. Zij werden allemaal op dezelfde manier behandeld. “Destijds was het de opinie dat gelijke behandeling goed was”, stellen de advocaten.

De vrouwen zeggen dat de internaten voelden als een gevangenis. Een van de advocaten wijst erop dat de gesloten jeugdzorg nu nog steeds bestaat, “met een streng regime, afgesloten van de buitenwereld”.

Volgens de raadslieden van de vrouwen zijn de feiten te ernstig voor verjaring en kan het hun cliënten niet worden verweten dat ze niet eerder aan de bel hebben getrokken. De advocaten van de zusters zeggen dat de verjaringstermijn zelfs met allerlei uitzonderingen en mogelijkheden tot uitstel meerdere keren is verstreken. Door de tijdsgeest die steeds sneller verandert, is een verjaringstermijn niet minder belangrijk geworden, maar juist meer, zeggen de advocaten.

De verdediging van de congregatie moet nog een aantal bewijsstukken inleveren bij de rechtbank van Haarlem. De advocaten van de vrouwen hebben dan tot 8 maart de tijd om daarop te reageren. Zes weken later volgt de uitspraak.

De internationale Congregatie van O.L.V. van de Goede Herder, gesticht in 1829 in de Franse stad Angers, heeft sinds 2014 in Nederland geen kloosters meer.