In De verwondering vertelt Ahmed Marcouch het wonderlijke verhaal van hoe hij met een bijzonder gedicht een leven redde.

Na zijn werk bij de politie, de plaatselijke politiek en zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer is Ahmed Marcouch sinds 2017 burgemeester van Arnhem.

Hij groeide op in Marokko en verhuisde naar Amsterdam toen hij 10 jaar oud was. Het leergierige jongetje Marcouch zoog de kennis die hem aangeboden werd gulzig op, maar hij wist daarmee nog niet als vanzelfsprekend de weg in de Nederlandse samenleving te vinden: na de LTS meldde hij zich aan bij de inschrijfbalie van de Universiteit van Amsterdam om zich als student in te schrijven.

Ahmed Marcouch
Annemiek Schrijver

De Koran ziet hij als een belangrijke inspiratiebron en het op gezette tijden rust nemen om te bidden of te mediteren geeft hem nieuwe energie: hij kan het iedereen aanraden, ook zijn medewerkers op het stadhuis. Zijn inspiratietekst is een gedicht dat hij als politieman uit zijn hoofd voordroeg aan een man die op het punt stond een einde aan zijn leven te maken. Dat het hem op die manier lukte om verbinding te maken en de man van zijn voornemen af te brengen beschouwt hij nog steeds als een groot wonder.

Kijk hier deze aflevering terug 

De inspiratietekst van Ahmed Marcouch

Laat de dagen doen wat ze willen
en ontspan bij tegenslagen door overmacht.

Maak je niet druk over aardse problemen,
ook die hebben niet het eeuwige leven.

Wees moedig, en bestrijd rampspoed met kracht.
Laat je kennen door verdraagzaamheid en waarachtigheid.

Als je tegenover mensen te veel fouten maakt,
en je zou wensen dat ze werden bedekt en verborgen bleven,

bekleed je dan met vrijgevigheid
want elke tekortkoming wordt verzacht door het goede te doen.

Geen droefheid duurt voor altijd, noch geluk
en armoede noch overvloed blijven voor altijd.

Als je vernederd wordt, laat je dan niet kennen,
de valsheid van je vijanden is een grote ellende.

Je kunt niet hopen op gulheid van de vrek;
zoals voor de dorstige in het vuur ook geen water is.

Je welvaart zal niet afnemen door behoedzaamheid
en zal ook niet toenemen door overdaad.

Als je, in je hart, tevredenheid bezit,
dan zijn jij en zij die de wereld bezitten elkaars gelijken.

- imam Al Shafi’i