12-10-2019

In de Syrische grensdorpen in het gebied waar Turkije is binnengevallen, heerst grote angst. Christenen en andere minderheden zijn bang dat zij door Turkse troepen vermoord zullen worden, melden diverse waarnemers. 

Uit een reportage van AD-verslaggever Harald Doornbos blijkt bijvoorbeeld hoe Syrisch-orthodoxe christenen in het dorpje Markahan vrezen voor hun leven. 

De Turkse inval in het noorden van Syrië heeft al honderden levens geëist. Volgens de Verenigde Naties zijn zeker 100.000 burgers op de vlucht geslagen voor het geweld.

Volgens het ministerie van Defensie in Ankara zijn er 415 strijders van de Koerdische YPG-militie gedood bij het offensief, een claim die niet op onafhankelijke wijze te onderzoeken is.

Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten meldt op zijn beurt dat er zeker 74 Koerdische strijders zijn gesneuveld. Aan de andere kant zijn zeker 49 Syrische rebellen gedood die aan Turkse zijde meestrijden tegen de Koerden. Het aantal burgerdoden is gestegen tot twintig, aldus het Observatorium. De meeste doden zijn gevallen in Tel Abyad.

Vrijdagavond herhaalde de Turkse president Erdogan dat zijn land niet zal stoppen met de operatie ondanks toenemende internationale kritiek. Turkije zal “niet stoppen, ongeacht wat iedereen zegt”. 

Persbureau Bloomberg meldt dat er vandaag dikke rookwolken waren te zien boven Ras al-Ain, een van de twee plaatsen waar Turkije het vizier op heeft gericht. Ook was er zwaar geweervuur te horen. In Tel Abyad was het iets rustiger.