Rome, 8 november 2023 - Paus Franciscus heeft vandaag een wonder erkend dat wordt toegeschreven aan de voorspraak van kardinaal Eduardo Pironio (1920-1998). Daarmee is de weg vrijgemaakt voor de zaligverklaring van deze Argentijn, die door de huidige paus als een vriend wordt beschouwd.
Het mirakel betreft de genezing van het 15 maanden oud jongetje Juan Manuel Franco in 2006 in Argentinië. Het kind leed aan ARDS (Acute respiratory distress syndrome), een levensbedreigende plotselinge ontstekingsreactie in de longen waarbij zich vocht ophoopt dat zuurstofopname bemoeilijkt. Dat werd veroorzaakt door het inademen en inslikken van een giftig glitterpoeder dat zijn moeder gebruikte voor restauratiewerkzaamheden.
De jongen werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht en terwijl hij op de intensive care werd behandeld, baden zijn ouders om de voorspraak van Eduardo Pironio, de voormalige bisschop van hun stad. Dat deden ze door middel van een gebedstekst die gedrukt stond op een boekje met de biografie van de kardinaal dat ze van een lokale priester hadden gekregen. De toestand van de dreumes verbeterde en hij werd minder dan twee weken later uit het ziekenhuis ontslagen.
De medische raad van het Vaticaan die de genezing van Juan Manuel onderzocht, oordeelde dat zijn “snel, volledig en duurzaam herstel” niet wetenschappelijk verklaard kon worden.
Eduardo Pironio was bisschop van het Argentijnse bisdom Mar del Plata toen pater Jorge Bergoglio, de huidige paus, in 1973 provinciaal-overste van de jezuïeten in Argentinië werd. Paus Franciscus zei in een interview in 2008 dat Pironio zijn vriend was toen ze allebei in Argentinië woonden. Hij zou op een gegeven moment zelfs de biecht van Pironio hebben gehoord. “Ik ken Pironio goed sinds hij [in 1964] hulpbisschop van La Plata was”, aldus Franciscus. “Telkens als je met hem sprak ... opende hij een panorama van heiligheid voor je vanuit zijn diepe nederigheid.”
Eduardo Francisco Pironio werd op 3 december 1920 geboren in de stad Nueve de Julio, in het noordoosten van Argentinië. Hij was de jongste van 22 kinderen in een gezin van Italiaanse immigranten.
“In de geschiedenis van mijn familie is er iets wonderbaarlijks”, zei Pironio ooit, volgens paus Johannes Paulus II, die het verhaal vertelde in zijn homilie tijdens Pironio's uitvaart. “Toen ze beviel van haar eerste zoon was mijn moeder nauwelijks 18 jaar oud en werd ze ernstig ziek. Na haar herstel vertelden de artsen haar dat ze geen kinderen meer zou kunnen krijgen zonder haar eigen leven te riskeren. Dus ging ze naar de hulpbisschop van La Plata, die haar zei: ‘Dokters kunnen zich vergissen: leg jezelf in Gods handen en doe je plicht als echtgenote.’ Mijn moeder baarde toen nog 21 kinderen.”
Op 18-jarige leeftijd ging Pironio naar het grootseminarie in La Plata, de hoofdstad van de provincie Buenos Aires. Op 5 december 1943 werd hij priester gewijd in de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Luján. In 1953 studeerde hij theologie aan het Angelicum in Rome, waar hij twee jaar later zijn licenciaat behaalde. Terug in Argentinië werd hij rector van het metropolitaan seminarie van Villa Devoto in het aartsbisdom Buenos Aires, decaan van de theologische faculteit van de Pauselijke Katholieke Universiteit van Argentinië en apostolisch visitator aan de katholieke universiteiten van Argentinië. Tijdens de eerste sessie van het Tweede Vaticaans Concilie fungeerde hij als theologisch expert.
In 1964 werd Pironio benoemd tot hulpbisschop van het aartsbisdom La Plata, dezelfde positie als de man die zijn moeder ooit had gezegend. “Op de dag van mijn bisschopswijding gaf de aartsbisschop mij het borstkruis van die hulpbisschop zonder het verhaal erachter te kennen. Toen ik hem vertelde dat ik mijn leven te danken had aan de eigenaar van het kruis, huilde hij”, zei hij ooit.
Mgr. Pironio werd later bisschop van de bisdommen Avellaneda en Mar del Plata. Hij was ook voorzitter van de Latijns-Amerikaanse Bisschoppelijke Raad (CELAM) van 1972 tot 1975. Als bevrijdingstheoloog stond hij bekend om zijn verdediging van de mensenrechten.
Tijdens de laatste fase van de regering van Isabel Perón en de daaropvolgende militaire dictatuur ontving hij doodsbedreigingen en werd hij in 1975 overgeplaatst naar Rome. Paus Paulus VI creëerde Pironio in 1976 kardinaal en benoemde hem tot prefect van de Congregatie voor Religieuze en Seculiere Instituten.
Pironio was twee decennia lang lid van de Romeinse Curie. Hij nam deel aan de twee conclaven van 1978. Paus Johannes Paulus II benoemde hem in 1984 tot president van de Pontificale Raad voor de Leken, een functie die hij bekleedde tot 1996. In deze rol hielp hij bij het lanceren van de eerste editie van de Wereldjongerendagen in Rome, evenals de daaropvolgende edities in Buenos Aires, Santiago de Compostella, Polen, Denver en Manilla.
Kardinaal Pironio stierf aan botkanker in Rome op 5 februari 1998. Hij werd begraven in het heiligdom van Onze Lieve Vrouw van Luján in Argentinië. Zijn zaligverklaringsproces werd geopend op 23 juni 2006. Hij werd op 18 februari 2022 uitgeroepen als ‘eerbiedwaardig dienaar Gods’, nadat zijn heroïsche deugdzaamheid definitief was aangetoond.