Bart Chabot kent een bewogen jeugd, met weinig liefde van zijn ouders. Uiteindelijk leerde hij geen wrok te koesteren. In De verwondering vertelt hij hoe.
Voor de jonge Bart Chabot werd het leven thuis een doodlopende steeg, waaruit niet viel te ontsnappen. Na de mededeling van zijn vader: ‘Kon ik het maar uitvlakken, die geboorte van je’ en de opmerking van zijn moeder dat hij geschapen was voor de nacht, besefte hij: meeveren moest je en vanbinnen verstenen.
En toch. Langzaam maar zeker leerde hij zijn vrijheid te bevechten en niet in wrok om te zien. Mede dankzij zijn ‘redders’ Herman Brood, Jules Deelder en Anton Corbijn. Hij bracht verstrooiing en plezier, maar ook prachtige boeken en gedichten. Wanneer vertrok zijn wanhoop definitief? Uit welke bron put hij om zijn grenzeloze empathie zo gul uit te delen?
Met Annemiek Schrijver praat Bart Chabot over de troostende sterrenhemel van zijn jeugd, de zegen van een Zweedse priester en hoe wij het beste kunnen terugkijken op dit merkwaardige jaar 2020.