Nijmegen, 19 mei 2021 - Het Beraad Missionarissen in Nederland (BEMIN) viert zijn tienjarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan wordt overmorgen een missiebrief aangeboden aan abt Bernardus Peeters O.C.S.O., voorzitter van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR).
BEMIN ontstond als denktank met het oog op de situatie van buitenlandse rooms-katholieke missionarissen die naar Nederland waren gekomen. Het groeide uit tot een platform ondersteund door diverse religieuze instituten in Nederland en het Nijmeegs Instituut voor Missiewetenschappen (NIM) van de Radboud Universiteit onder leiding van professor Frans Wijsen.
BEMIN wil buitenlandse missionarissen steunen door hen in te leiden en te helpen bij hun leven in Nederland. Dat gebeurt onder meer door ontmoetingen en een cursusprogramma’s rond thema’s als: relatie tussen religie, staat en maatschappij in de Nederlandse geschiedenis, secularisatie, en Nederland als postchristelijk land.
Op dit moment werken er volgens BEMIN ongeveer 450 buitenlandse missionarissen in Nederland. Het betreft geestelijken, religieuzen en lekengelovigen. Een groot aantal van hen is actief in het (migranten-)parochiepastoraat en diaconale projecten.
Lees: KNR-bulletin over 10 jaar BEMIN
Missionarissen treffen bij aankomst in Nederland een sterk gepolariseerde samenleving en kerk aan. Ze willen graag getuigen van het evangelie op een wijze die eigen is aan hun cultuur en vinden daarbij vooral aansluiting bij jongeren.
“De belangrijkste missionaire uitdaging van deze tijd is verbondenheid tot stand te brengen: verbondenheid met God, met medemensen en met de schepping”, luidt de strekking van de missiebrief aan de KNR. BEMIN meent dat jongeren daarbij een sleutelrol kunnen vervullen.
“Jongeren zijn in de jachtige samenleving van nu vaak op zoek naar rust en zingeving, en/of zetten zich juist actief in voor sociale gerechtigheid en heelheid van de schepping. Ze hebben zich vaak zelf het geloof en de christelijke idealen eigen gemaakt en drukken die ook makkelijker in woorden uit dan de generatie van hun ouders. Sommige jongeren kiezen heel bewust voor een christelijke levenswijze en voelen een natuurlijke verbondenheid met buitenlandse missionarissen”, aldus BEMIN.