03-05-2020

In Napels heeft zich gisteravond het bloedwonder van Sint-Januarius voltrokken. Aan het einde van een besloten mis in de kathedraal hield kardinaal Crescenzio Sepe een flacon vast met daarin een kleine hoeveelheid gestold bloed van de stadspatroon. En ook deze keer werd het bloed vloeibaar. De aartsbisschop noemde het een “teken van hoop” in moeilijke tijden. Volgens het plaatselijke bijgeloof duidt het op naderend onheil als de substantie de vaste vorm zou blijven houden. 

Vanwege de coronacrisis ging het bloedritueel niet gepaard met de traditionele processie door het centrum van Napels. In plaats daarvan was het evenement rechtstreeks te zien op televisie en internet.

Door de pandemie was de belangstelling van de media bijzonder groot. “Jarenlang heeft het wonder ons getroost in de moeilijkste en donkerste momenten van de geschiedenis”, luidt het op de website van het Aartsbisdom Napels. “Nog nooit heeft de stad zo lang op dit moment gewacht.”

Al eeuwenlang wordt het bloed van San Gennaro vloeibaar op 19 september en op twee andere data: de zaterdag vóór de eerste zondag van mei, het feest van de overdracht van de relikwieën aan Napels, en 16 december, de dag van de herdenking van een waarschuwing voor de uitbarsting van de Vesuvius in 1631. 

Op 21 maart 2015 vereerde paus Franciscus de bloedreliek tijdens een bezoek aan de kathedraal van Napels door er het Onze Vader over te bidden en de flacon te kussen. Aartsbisschop Sepe verklaarde vervolgens dat “het bloed half vloeibaar is, wat aantoont dat de heilige Januarius onze paus en Napels liefheeft”. 

Het Napolitaanse bloedmirakel is al sinds de middeleeuwen gedocumenteerd. Het fenomeen is al meerdere malen door wetenschappers onderzocht. Tot op heden is er geen eenduidige verklaring voor gevonden.

Volgens de overlevering werd bisschop Januarius op 19 september 305 in Pozzuoli bij Napels onthoofd ten tijde van de christenvervolging onder de Romeinse keizer Diocletianus.