Amsterdam, 25 augustus 2021 - Het Rijksmuseum heeft een recent verworven sculptuur toegeschreven aan de grondlegger van de Nederlandse beeldhouwkunst, Claus Sluter. Afgelopen maart werd een buxushouten beeld van de allerhoogste kwaliteit uit de Bourgondische Nederlanden (ca. 1384-1482) verworven. Na kunsthistorisch- en technisch onderzoek hebben meerdere experts vastgesteld dat dit uitzonderlijke werk overtuigend kan worden toegeschreven aan de uit Haarlem afkomstige Claus Sluter (ca. 1389-1406), de hofbeeldhouwer van Filips de Stoute in Dijon. Hiermee is dit het eerste werk van Sluter in een Nederlandse collectie. De sculptuur verbeeldt de kruisiging van Jezus Christus op de Calvarieberg, met de Heilige Maagd Maria en Sint-Jan de Evangelist. Vanaf vandaag is het te zien in het Rijksmuseum.
De verwerving van de Calvarie van Claus Sluter kwam tot stand dankzij de genereuze steun van het Mondriaan Fonds, de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Themafonds Beeldhouwkunst en haar Schoufour-Martin Fonds) en particuliere schenkers via het Rijksmuseum Fonds.
Taco Dibbits, hoofddirecteur Rijksmuseum: Dankzij de enorme vrijgevigheid van fondsen en particuliere schenkers is eindelijk een diep gekoesterde wens van het Rijksmuseum in vervulling gegaan om een werk van de belangrijkste vroege beeldhouwer uit de Nederlanden, Claus Sluter, permanent aan het publiek te kunnen tonen.
Ontdekking en toeschrijving
Het Rijksmuseum kocht het beeld in het voorjaar aan, in de overtuiging dat het uit de wereld van het Bourgondische hof in Dijon moest stammen en omstreeks 1400 was gemaakt. Door uitgebreid onderzoek en raadpleging van meerdere specialisten werd gaandeweg echter duidelijk dat de opvallende stijlverwantschap van de Calvarie met de drie hoofdwerken van Sluter in Dijon en de unieke combinatie van een aantal bijzondere motieven in het beeld alleen maar het werk konden zijn van deze geniale vernieuwer en zijn atelier. Zo combineert de sculptuur de naturalistische, wat kromgegroeide boomstam waarvan het kruis van Christus is gemaakt (‘arbor crucis’), de leeuwin met haar welpen in een holte onder de boom – een zeldzaam middeleeuws symbool voor Christus’ Wederopstanding – of de dichte, helmvormige doornenkroon op zijn hoofd. Door C14-onderzoek naar de ouderdom van het gebruikte buxushout bleek bovendien dat het materiaal van de Calvarie onomstotelijk uit de 14de eeuw dateert.
De Calvarie
De in Haarlem geboren Claus (‘Claes’) Sluter (ca. 1350-1406) was een van de grootste vernieuwers van de Middeleeuwse kunst. Hij introduceerde een ongekend realisme in de beeldhouwkunst; zijn aandacht voor menselijke emotie en naturalistische details was op dat moment ongeëvenaard. Sluter trad in 1385 in dienst van de Bourgondische hertog Filips de Stoute in Dijon, voor wie hij zijn drie hoofdwerken zou maken: de portaalbeelden van de kloosterkerk van Champmol (bij Dijon), het praalgraf van de hertog (Musée des Beaux-Arts, Dijon) en de beroemde Mozesput (eveneens te Champmol). Het zijn sleutelstukken in de geschiedenis van de beeldhouwkunst en de enige zekere werken van Sluter. Met de ontdekking en toeschrijving van deze Calvarie aan Sluter wordt een tot dusver onbekend aspect aan dit oeuvre toegevoegd: dat van de kleine sculptuur in hout. Het werk is slechts 57 cm hoog wat duidt op persoonlijk gebruik in een huiskapel of intiem vertrek, waarschijnlijk in het verfijnde milieu van of rond het Bourgondische hof.
In het midden van de 19de eeuw genoot de Calvarie kennelijk al zo’n faam dat er in Keulen een vrij exacte kopie werd gemaakt, die zich tegenwoordig in Engels museumbezit bevindt.
Sluter & Het Rijksmuseum
Omstreeks 1900 zagen kunsthistorici het vernieuwende realisme van Sluter als het begin van een typisch Nederlandse kunst, die zou culmineren in de 17de-eeuwse schilderkunst - Rembrandt in het bijzonder. Mede daarom werd hij maar liefst vier keer geëerd in de decoratie van 19de-eeuwse Rijksmuseumgebouw: in een groot tegeltableau aan de zuidgevel, met andere kunstenaars in een reliëf aan de voorzijde, in een gebrandschilderd raam op de Voorhal en in de Eregalerij. Een poging om in 1939-1940 twee beeldjes van Sluter, afkomstig van het praalgraf van Filips de Stoute, aan te kopen mislukte, mede door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.