Beauvais, 27 februari 2022 - Er is een doorbraak gekomen in het canonisatieproces van de Karmelietessen van Compiègne. Dat heeft het Franse bisdom Beauvais onlangs laten weten.
Zestien nonnen van de Karmelorde in Compiègne (in het departement Oise), stierven tijdens de Franse Revolutie de marteldood. Zij waren van fanatisme en opruiing beschuldigd en werden op 17 juli 1794 in Parijs met de guillotine onthoofd.
Het bisdom Beauvais zegt dat paus Franciscus begin februari instemde met het verzoek van aartsbisschop Éric de Moulins-Beaufort van Reims, de voorzitter van de Franse Bisschoppenconferentie, om de Martelaressen van Compiègne vrij te stellen van de erkenning van een wonder.
De zusters waren al in 1906 door paus Pius X tot de eer der altaren verheven. Omdat zij eerder waren uitgeroepen tot martelaren, was een wonder voor hun zaligverklaring niet vereist. Maar voor een heiligverklaring is dat volgens de nog steeds geldende regels wel vereist. De paus kan echter dispensatie verlenen.
Volgens de Franse kerk is er een goede reden voor pauselijke dispensatie. Hun cultus heeft zich inmiddels over de hele wereld verspreid. Vandaar dat deze martelaressen voor de universele kerk van betekenis zijn.
Over de executie van de karmelietessen van Compiègne schreef Duitse schrijfster Gertrud von Le Fort de novelle Die Letzte am Schafott (1931). De Franse schrijver George Bernanos was ingehuurd om van dat werk een filmscenario te schrijven. De opdrachtgevers keurden zijn manuscript echter af. Na Bernanos’ dood werd het toch uitgegeven onder de naam Dialogues des Carmélites (1949). De Franse componist Francis Poulenc baseerde daar zijn gelijknamige opera op, die in 1957 in Milaan in première ging.