08-04-2020
Hoe kun je leven te midden van alle verschrikkingen die we elke dag zien, in Nederland, maar ook in Italië en in alle landen die zwaar getroffen worden.

COLUMN - LEO FIJEN

Wat doe je met je leven als je van nabij alle ellende hebt ervaren? Artsen, verpleegkundigen, doktersassistenten, ambulancepersoneel, familieleden, buren en vrienden. Ik lees zulke verontrustende verhalen dat ik me soms afvraag: waar is het perspectief en hoe zit het met de hoop midden in de uitzichtloosheid?

Ik moest toen denken aan Hendrik Veldscholte. Tot een paar maanden geleden had ik nooit van deze Twentenaar gehoord. Maar bij de eerste gesprekken over de herdenking van de Vuurwerkramp van Enschede, komende maand 20 jaar geleden, noemde de toenmalige predikant Evert-Jan Veldman zijn naam en memoreerde zijn lotgevallen. Hendrik lag te slapen toen de vuurwerkfabriek ontplofte, een hele wijk wegvaagde, vele slachtoffers maakte en een puinhoop aanrichtte die voor altijd in de ziel van Enschede een groot litteken achterliet. Ook bij Hendrik Veldscholte. Hij overleefde maar op het nippertje en belandde na veel operaties in een revalidatiecentrum. 

Het vuur had zijn leven verwoest en zijn ziel voor altijd geschonden. Praten deed hij bijna niet meer, totdat de dominee de tijd nam om te luisteren. Toen zei Hendrik uit het niets: ‘Ik wou dat ik dood was’, om daar later met gebalde vuist en ongedachte bezieling in zijn ogen aan toe te voegen: ‘Maar we leven nog’. Deze eenvoudige Twentenaar speelde het klaar: de verzoening met het onverzoenlijke. Eigenlijk wilde hij niet meer leven na alle ellende, maar omdat hij elke week bij de dominee de tijd kreeg zijn verhaal te vertellen, werd hij weer de hoofdpersoon in zijn eigen leven en kreeg hij de regie over zijn gekwetste bestaan weer een beetje terug. 

Zo kan het ook nu Pasen worden. Als mensen die het ergste met de coronacrisis hebben meegemaakt maar de tijd krijgen om hun verhalen te vertellen en zo weer hoofdpersoon worden in hun eigen geschiedenis. En als wij maar de tijd nemen om te luisteren naar deze verhalen. Dan zullen familieleden en hulpverleners na alle dood en ellende om zich heen – net als Hendrik Veldscholte – zeggen: ‘Maar we leven nog’.