27-02-2020

Als je zoals ik even bent uitgeschakeld en opnieuw moet leren lopen, gaat alles trager en is er meer tijd voor het kleine leven. Dat is bij ons thuis vooral op de dinsdag en de vrijdag. Want dan zijn de kleinkinderen bij ons. 

COLUMN - LEO FIJEN

Ze hebben tegenwoordig continu rooster en melden zich dan om twee uur. De oudste gaat altijd meteen weer naar buiten om te spelen en te voetballen. De jongste zit anders in elkaar en vindt het fijn om even bij te komen en samen met oma wat te knutselen.

Afgelopen dinsdag was ik thuis, herstellende van een operatie voor een nieuwe heup. Die gaat goed, dat voelt als een geschenk. Lopen was voor de operatie geen pretje, oefenen met twee krukken voelt nu reeds als een verademing. Ik ben daarom vooral dankbaar, ook naar iedereen die voor mij gebeden heeft. Ik heb me gedragen gevoeld door velen. Dank u wel allemaal. Maar ik voelde me afgelopen dinsdag vooral gedragen door mijn jongste kleinzoon van vijf jaar. Sam heet hij. Ik vroeg hem na het knutselen of hij zin had om met opa mee te gaan naar de kerk. Daar loop ik mijn rondjes om te revalideren. Bij alle stormen kan ik daar ongehinderd oefenen. Het is een nieuwe manier van getijdengebed. 

Ik doe mijn oefeningen en praat hardop tegen God. Ik loop vijf keer een rondje in de kerk en wandel telkens langs alle overledenen die daar met hun naam altijd in ons midden zijn. Ik groet dan ook alle overledenen. En ik wandel ook steeds weer langs Maria en vraag dan of zij een beetje over mij wil waken. Zo weet ik mij gedragen. Maar het meest werd ik deze week gedragen door mijn kleinzoon die voor me uitloopt en soms woorden schreeuwt. De eerste keer verstond ik het niet goed, de tweede keer wel. Eeuwigheid, schreeuwde hij door de kerk. Ik wil leven, hoorde ik daarna. En vervolgens: ik wil dat niemand doodgaat. Ik wist niet wat ik hoorde. 

Mijn kleinzoon schreeuwde om het leven, voor iedereen en overal, tot in de eeuwigheid. Het was geen bidden in de traditionele zin van het woord, maar ik had het gevoel dat hij hardop voor me bad.