Berlijn, 7 april 2021 - De Duitse bondspresident Frank-Walter Steinmeier heeft lovende woorden gesproken over de gisteren in Tübingen overleden Hans Küng. Ook de voorzitters van de Duitse en de Zwitserse bisschoppenconferenties spreken vol waardering over de Zwitserse priester en theoloog, wiens kerkelijke leerbevoegdheid in 1979 wegens als heterodox aangemerkte standpunten door het Vaticaan werd ontnomen.
Hans Küng was “een blijvend rolmodel van een geleerde, een briljant denker met een scherpe geest die tegelijkertijd een alert politiek waarnemer en een geëngageerd medeburger was”, liet het Duitse staatshoofd weten in een officiële verklaring. Steinmeier voegt er aan toe dat Küng theologie bedreef “op een manier die voor velen begrijpelijk was”. Bovendien “begeleidde hij ook steeds op geëngageerde wijze het politieke en intellectuele leven op kritische en constructieve wijze”, aldus de president van de Bondsrepubliek Duitsland.
Hans Küng was sinds 1960 verbonden aan de Universiteit van Tübingen. Tübingen ligt in Baden-Württemberg. De minister-president van deze deelstaat, Winfried Kretschmann, huldigt Küng als een “belangrijke en baanbrekende leraar op het gebied van geloof, ethisch handelen en de interpretatie van wereldgebeurtenissen”.
Bisschop Georg Bätzing van Limburg, voorzitter van de Duitse Bisschoppenconferentie, verklaart: “In zijn werk als priester en wetenschapper was Hans Küng erop gericht de boodschap van het Evangelie begrijpelijk te maken en een plaats te geven in het leven van de gelovigen.”
Bätzing verwijst in het bijzonder naar Küngs inzet voor een levende oecumene, naar zijn engagement voor de interreligieuze en interculturele dialoog en naar de Global Ethic Foundation, waar Küng directeur van was, met haar onderzoek naar vrede, gerechtigheid en de integriteit van de schepping.
“Hans Küng liet zich niet ontnemen dat hij voor zijn overtuigingen opkwam. Ook al waren er in dit opzicht spanningen en conflicten, ik dank hem in dit uur van afscheid uitdrukkelijk voor zijn jarenlange inzet als katholiek theoloog bij het uitdragen van het Evangelie”, aldus Bätzing.
De voorzitter van de Zwitserse Bisschoppenconferentie, bisschop Felix Gmür van Bazel, schreeft in een overlijdensbericht dat Küng, in 1954 tot priester gewijd voor het diocees Bazel, niet op de eerste plaats “een kerkcriticus of een pauscriticus, maar een kerkliefhebber, zelfs een pausliefhebber” was.
Küng, zegt bisschop Gmür, wilde de kerk niet overbodig maken of laten vergaan. “Hij wilde een vernieuwde Kerk, een Kerk voor de mensen van vandaag, een Kerk die bij de tijd is. Hij vocht voor een Kerk die omgaat met de levenswerelden zoals ze zijn en met de wereld zoals die is.”
Küng plaatste in de jaren zeventig vraagtekens bij de juistheid van het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid, Het bracht hem in conflict met de Congregatie voor de Geloofsleer. In 1979 werd hem de bevoegdheid om aan katholieke theologiefaculteiten te doceren, ontnomen. Daarop werd hij hoogleraar oecumenische theologie in Tübingen, onafhankelijk van de theologiefaculteit.