25-08-2019

Geen enkel ander bisdom in Nederland heeft zoveel priesters verloren tijdens de Duitse bezetting als het bisdom Roermond. Dat zegt emeritus bisschop Frans Wiertz zondag in een uitzending van het KRO-televisieprogramma Geloofsgesprek naar aanleiding van de herdenking van 75 jaar Bevrijding 

Het heeft monseigneur Wiertz altijd geïrriteerd dat historicus Loe de Jong in zijn standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog stelt dat er in de provincie Limburg eigenlijk geen sprake was van serieus verzet, ook niet vanuit de katholieke kerk. Volgens de emeritus bisschop is er juist een recordaantal Limburgse geestelijken gedeporteerd vanwege hun verzetswerk. 

“Er zijn in totaal 88 Limburgse priesters in een concentratiekamp terechtgekomen. Dat zijn méér priesters dan van alle andere bisdommen bij elkaar. Dertig van hen zijn nooit meer teruggekeerd. Dus wie stelt dat er vanuit het zuiden geen verzet is gepleegd, is blind aan één oog”, zegt hij in gesprek met Leo Fijen. 

Wiertz baseert zich op documenten van het bisdom en refereert aan onderzoeken van de Limburgse historici Fred Cammaert en Herman van Rens. Die geven volgens hem een ander beeld dan Loe de Jong. “Ik heb De Jong van voor tot achter gelezen. Je zou zeggen: daar staat alles in. Ja, maar niet over Limburg. Ik ben verbaasd, verbijsterd, zelfs geërgerd over het feit dat hij schrijft dat er in Limburg geen verzet tegen de Duitsers zou zijn geweest. Het is te gek om los te lopen. Gelukkig zijn er inmiddels boeken verschenen die het tegendeel bewijzen.” 

De oud-bisschop stelt dat er in heel Limburg een ondergronds netwerk actief was, waarbij vakbondsmensen, jeugdleiders, leraren én geestelijken waren aangesloten. De Limburgse priesters en kapelaans zouden jarenlang vooral actief zijn geweest in het zoeken naar onderduikadressen. “Destijds ging praktisch iedereen naar de kerk. En de kapelaans legden ook veel huisbezoeken af. Zij wisten dus precies wie te vertrouwen was. Alleen al in 1943 en 1944 zijn zo'n tienduizend mensen in Limburg aan een onderduikadres geholpen”, zegt Wiertz.

Als een van de bekendste katholieke verzetslieden noemt de bisschop de Venlose kapelaan Jac Naus (zie foto hieronder), die in Bergen-Belsen omkwam. “Hij was onder meer bezig met het regelen van de financiën voor de mensen die ondergedoken zaten. Want die moesten natuurlijk ook allemaal eten en daarvoor had je eetbonnen nodig.” 

“In juni 1944 was er een geheime bijeenkomst van het verzet bij de broeders in het internaat van Weert. Maar ze werden verraden. Vier mannen konden zich nog met succes verstoppen, maar acht anderen zijn gedepor