04-09-2019

“Ik ben niet zo slecht als ze mij hebben afgeschilderd”, zegt voormalig kardinaal Theodore McCarrick in zijn eerste interview sinds hij in februari wegens ontucht uit de clericale staat werd weggezonden. De 89-jarige ex-geestelijke verblijft momenteel in een kapucijnenklooster in de staat Kansas. Daar zocht een journalist van het Amerikaanse magazine Slate hem op.

“Ik denk niet dat ik de dingen deed waarvan ze mij hebben beschuldigd”, zegt McCarrick die van 2001 tot 2006 aartsbisschop van Washington was. In 2018 werd hij beschuldigd van seksueel misbruik van minderjarigen en ontucht met jongemannen. In juni van dat jaar werd hij door de Heilige Stoel geschort nadat een aanklacht tegen hem gegrond was verklaard. Dat betrof het misbruik van een misdienaar in 1971, toen McCarrick priester was in New York.

Op 28 juli 2018 nam McCarrick onder druk van paus Franciscus ontslag als lid van het Kardinalencollege. Op 13 februari 2019 werd hij door het tribunaal van de Congregatie voor de Geloofsleer gelaïciseerd. 

In het interview met Slate weerspreekt McCarrick de aantijging dat hij een minderjarige tijdens de biecht zou hebben aangerand. Ook verwijst hij de verhalen dat hij seksuele omgang zou hebben gehad met seminaristen naar het rijk der fabelen. De ex-kardinaal zegt dat de personen die hem van ontucht beschuldigen door anderen daartoe zouden zijn aangezet. Er zou sprake zijn van een lastercampagne.

McCarrick woont onder strikte voorwaarden in de kapucijnencommuniteit Saint Fidelis in het plaatsje Victoria (Kansas). Hij zegt dat hij het grootste deel van zijn tijd in de bibliotheek of kapel doorbrengt en zich aan de strenge avondklok houdt. Hij neemt deel aan het leven van de minderbroeders, maar bezoekt niet de basiliek tegenover het klooster. Verder zegt hij elke week het sacrament van boete en verzoening te ontvangen.