Rome, 16 maart 2024 – Dinsdag, op het hoogfeest van Sint-Jozef, verschijnt de autobiografie van paus Franciscus in diverse talen. Het is dan precies elf jaar geleden dat de Argentijn werd geïnaugureerd als opperherder van de universele kerk. In het boek, dat de paus schreef met hulp van de Italiaanse journalist Fabio Marchese Ragona, worden de belangrijkste momenten uit het leven van de 87-jarige Jorge Mario Bergoglio beschreven. Het is een persoonlijke geschiedenis maar ook een verdediging van zijn eigen pontificaat, dat wordt omarmd door gematigden en verketterd door aartsconservatievelingen. Wat naar voren komt is een onverbloemd verslag van een leider die als hoeder van de christelijke orthodoxie het uitgesproken perspectief van de armen probeert in te nemen.

Een pauselijke autobiografie is nogal zeldzaam. Wel lieten eerdere pausen memoires of geestelijk testamenten na. Franciscus’ eigen levensbeschrijving zal niet veel nieuws opleveren. Veel is al bekend door de uitzonderlijk vele interviews die hij gaf en dankzij de tientallen biografieën die het afgelopen decennium werden gepubliceerd.

Benedictus XVI

Kerkhistorisch is vooral het gedeelte interessant waarin Franciscus vertelt over de relatie met zijn directe voorganger. Bergoglio beschrijft zijn verbijstering over de aankondiging van het aftreden van Benedictus XVI op maandag 11 februari 2013. Naar eigen zeggen vernam de toenmalige aartsbisschop van Buenos Aires het nieuws van een journalist. Wat volgde was voor de nuchtere jezuïet een achtbaan van emoties. Toen hij tot paus was verkozen nam hij zich meteen voor het pontificale bedrijf drastisch te versoberen. Daarmee vergrootte hij de afstand die er was tussen zijn eigen persoonlijkheid en herderlijke stijl en die van Joseph Ratzinger.

Veel is er geschreven over de relatie tussen Franciscus en Benedictus. De eerste zegt in zijn autobiografie dat hij de emeritus paus aanmoedigde om niet “uit het zicht te leven”, maar om mensen te zien en deel te nemen aan het “leven van de kerk”. In een duidelijke verwijzing naar zijn conservatieve criticasters, merkt hij op dat zijn beslissing weinig bijgedroeg aan het beperken van de ideologische en politieke geschillen die losbarstten tussen hem en de lieden die het aftreden van Benedictus nooit hadden geaccepteerd en diens gedachtegoed “gewetenloos instrumentaliseerden”.

Biechtvader

Franciscus zette soms de deur naar zijn eigen emeritaat open, om hem later weer dicht te gooien. In zijn autobiografie is hij duidelijker. Hij zegt dat hij niet van plan is om in navolging van Benedictus af te treden; “sommige mensen hopen misschien dat ik vroeg of laat, misschien na een verblijf in het ziekenhuis, zo'n aankondiging zou doen, maar daar is geen kans op”. Zoals alle pausen, schrijft hij, heeft hij bepaalde afspraken gemaakt. Maar “ik geloof dat het ambt van paus ad vitam is, voor het leven, en ik zie daarom geen rechtvaardiging om het op te geven.”

Maar mocht hij door omstandigheden gedwongen worden af te treden, bijvoorbeeld vanwege “ernstige lichamelijke belemmeringen”, dan zou hij zich ‘emeritus bisschop van Rome’ willen laten noemen en geen ‘emeritus paus’, de titel die Benedictus XVI koos. En: “Ik zou verhuizen naar de Basiliek van Santa Maria Maggiore om er te dienen als biechtvader en de communie te geven aan de zieken.”

Pacifist

In de autobiografie snijdt Franciscus een aantal actuele onderwerpen aan: hij verdedigt zijn oproep om snel actie te ondernemen tegen klimaatverandering en hij betreurt het uitbreken van conflicten die hij een uitgesmeerde derde wereldoorlog noemt. Voorts toont hij zich, zoals haast elke zondag bij het Angelus, een pacifist. Ook kwesties als clericalisme, homoseksualiteit, de genderideologie, de Europese eenheid en de evangelische optie voor de armen bespreekt hij zoals hij dat al vele malen in interviews deed, evenals een aantal persoonlijke wensen. Zo vertelt hij opnieuw over zijn mislukte ambitie om missionaris in Japan te worden; vanwege zijn broze gezondheid werd hij daarvoor door zijn oversten ongeschikt geacht.

Afkeer voor tv

Franciscus vertelt ook weer over zijn afkeer van televisiekijken. In 1990 was hij in een jezuïetenhuis waar in de recreatiezaal een tv aanstond. Te zien was een programma van “volwassen aard” – met andere woorden: er werden erotische beelden vertoond. “Ik zwoer toen om nooit meer televisie te kijken. Slechts heel af en toe sta ik mezelf toe om te kijken: bijvoorbeeld wanneer een nieuwe president wordt beëdigd, of ik heb een keer kort gekeken toen er een vliegtuigongeluk was geweest.”

In het boek bewijst Franciscus ook zijn liefde aan zijn vaderland Argentinië. Zo wijdt hij een kort hoofdstuk aan stervoetballer Diego Maradona en diens ‘hand van God’-doelpunt tijdens het WK van 1986. Bergoglio, die bekendstaat als voetballiefhebber, zegt ook nog dat hij niet naar de finale Argentinië-Frankrijk van het WK van 2022 had gekeken vanwege zijn afkeer van televisie.

autobiografie van paus Franciscus