28-01-2019

Paus Franciscus is erop tegen dat priesterkandidaten die tot de Latijnse Ritus behoren voortaan zelf kunnen bepalen of ze de celibaatgelofte afleggen of niet. Wel kunnen er uitzonderingen gemaakt worden als de pastorale nood dat vereist. Dat zei de opperpontifex zondag tijdens een persconferentie in het vliegtuig terug naar Rome na zijn deelname aan de Wereldjongerendagen in Panama. 

“Persoonlijk denk ik dat het celibaat een geschenk is aan de Kerk”, zei de bisschop van Rome. “Ik zou zeggen dat ik het niet eens ben met het toestaan van een facultatief celibaat, nee.”



Toch zou het volgens hem mogelijk moeten zijn om gehuwde mannen priester te wijden ten behoeve van het pastoraat in “ver afgelegen plaatsen”, zoals op eilanden in de Stille Oceaan. 



Franciscus erkent dat hij de celibaatskwestie nog niet voldoende heeft doordacht en in gebed heeft overwogen om tot een definitief besluit te komen.

Iemand merkte op dat er in de oosters-katholieke priesters wel gehuwde priesters zijn en dat gehuwde anglicaanse geestelijken die rooms-katholiek zijn geworden, toch tot priester kunnen worden gewijd. Daarop haalde Franciscus de door hem heiligverklaarde paus Paulus VI aan; die zei: “Ik geef liever mijn leven dan dat ik de wet van het celibaat wijzig.” Een “moedige uitspraak”, gedaan “in moeilijkere tijden”, aldus de huidige paus. Sint-Paulus VI verdedigde het priestercelibaat in zijn encycliek Sacerdotalis caelibatus (1967). 

Franciscus herinnerde verder aan het voorstel van de Duitse geestelijke Fritz Lobinger, die tussen 1988 en 2004 bisschop van het Zuid-Afrikaanse diocese Aliwal was. Die wees op de mogelijkheid om ‘oudere gehuwde mannen’ (Latijn: viri probati) tot priester te wijden in gebieden waar een groot priestertekort heerst. Deze gehuwde priesters zouden volgens Lobinger dan alleen de taak hebben om de eucharistie te celebreren en andere sacramenten toe te dienen, maar niet de volledige competentie van “gewone” priesters hebben. Een interessant idee, vindt de paus. Maar het is voer voor theologen, voegde hij eraan toe. 

Een aanzienlijke groep critici meent dat er een verband bestaat tussen het seksueel misbruik in de kerk en het verplichte celibaat voor priesters en kloosterlingen. 

In zowel de oosters-orthodoxe kerken als in de oosterse kerken die met Rome zijn geünieerd maken priesterkandidaten een keuze voor het celibaat of voor het huwelijk alvorens zij tot diaken worden gewijd. Bisschoppen worden daar evenwel altijd gekozen uit de groep celibataire priesters, veelal monniken. 

Het verplichte priestercelibaat in de Katholieke Kerk van het Westen (de Latijnse Ritus) zou volgens sommige historici pas dateren van de elfde eeuw, toen de heilige paus Gregorius VII deze wet invoerde. Anderen beweren dat Romeinse priesters ten tijde van Sint-Leo de Grote (vijfde eeuw) ook al niet mochten huwen.