Rome, 26 november 2024 – Paus Franciscus heeft officieel verklaard dat het slotdocument van de Synode over Synodaliteit “deel uitmaakt van het gewone leergezag van de opvolger van Petrus” en “als zodanig vraag ik dat het wordt aanvaard.” Dat staat in een gisteren gepubliceerde nota, die de paus afgelopen zondag heeft ondertekend.

Franciscus zegt in de nota dat hij het synodale slotdocument nu aan de hele kerk geeft “als een gezaghebbende oriëntatie voor haar leven en zending”.

De paus herinnert aan de geschiedenis van het synodale proces dat hij in oktober 2021 lanceerde, en hoe “we op de verschillende momenten van de reis hebben geluisterd naar wat de Heilige Geest in deze tijd tot de kerken zegt”.

Verlichting door de Geest

Het op 26 oktober aangenomen slotdocument “plukt de vruchten plukt van een reis die gekenmerkt werd door het luisteren naar het Volk van God en het onderscheidingsvermogen van de herders”. Door zich te laten verlichten door de Heilige Geest is de gehele kerk volgens Franciscus geroepen om haar eigen ervaring te lezen en de stappen te identificeren die genomen moeten worden om gemeenschap te beleven, participatie te bereiken en de missie te bevorderen die Jezus Christus haar heeft toevertrouwd.

De paus zei dat de reis van de synode niet eindigt met de tweede en laatste plenaire vergadering in Rome in oktober 2024, maar “verder gaat in de lokale kerken en hun groepen, terwijl ze het slotdocument koesteren”.

Geen apostolische exhortatie

In plaats van, zoals gebruikelijk, een zogeheten postsynodale apostolische exhortatie te schrijven, heeft de paus het slotdocument van de Synode over Synodaliteit de status van een document van het kerkelijk leergezag gegeven, “zich aansluitend bij het ‘wij’ van de Assemblee die zich door middel van het slotdocument richt tot het heilige trouwe Volk van God”. 

Het slotdocument heeft nu “deel aan het gewone magisterium van de opvolger van Petrus” in overeenstemming met artikel 18, lid 1 van Episcopalis Communio, de apostolische constitutie van de synode die hij in 2018 afkondigde, en canon 892 van het Wetboek van Canoniek Recht.

Franciscus zegt dat dit “een vorm van uitoefening van de authentieke leer van de bisschop van Rome vertegenwoordigt die enkele nieuwe kenmerken heeft, maar die in feite overeenkomt met wat ik op 17 oktober 2015 heb kunnen specificeren, toen ik bevestigde dat synodaliteit het adequate interpretatieve kader is om het hiërarchische ambt te begrijpen”. 

Taak voor elke bisschop

Tijdens de slotzitting van de synode op 26 oktober zei de paus dat het slotdocument “niet strikt normatief is” en dat “de toepassing ervan verschillende bemiddelingen zal vereisen”. Maar, zegt hij in de nota, “dat betekent niet dat het de kerken niet verplicht om van nu af aan keuzes te maken die in overeenstemming zijn met wat erin wordt aangegeven”. Integendeel, “de lokale Kerken en groepen van Kerken worden nu opgeroepen om in de verschillende contexten de gezaghebbende aanwijzingen in het document ten uitvoer te brengen, door middel van het onderscheidings- en besluitvormingsproces waarin de wet en het document zelf voorzien”. 

Tegelijkertijd erkent Franciscus dat “het tijd kost om tot keuzes te komen die de hele Kerk betreffen” en “dit geldt in het bijzonder voor de thema's die aan de tien studiegroepen zijn toevertrouwd”. Hij zegt dat andere studiegroepen toegevoegd kunnen worden aan die tien “met het oog op de noodzakelijke beslissingen” die genomen moeten worden. (In het slotdocument werd bijvoorbeeld voorgesteld om een extra studiegroep over de liturgie toe te voegen).

Paus Franciscus richt zich tot de bisschoppen en zegt dat elke diocesane bisschop verslagen moeten voorbereiden voor diens vijfjaarlijkse ad limina-bezoeken die aangeven “welke keuzes zijn gemaakt in de lokale Kerk die aan hem is toevertrouwd met betrekking tot wat is aangegeven in het slotdocument, welke moeilijkheden er zijn opgetreden, wat de vruchten zijn geweest”. Met andere woorden, elke bisschop zal een rapport moeten indienen over hoe hij deze synode implementeert. Het slotdocument geeft een aantal checklists voor het werk van de implementatie.

Regionale verschillen

Franciscus herhaalt in de nota ook “met overtuiging” wat hij had geschreven in de postsynodale apostolische exhortatie Amoris laetitia (2016): 

“Eraan herinnerend dat tijd boven ruimte gaat wil ik opnieuw bevestigen dat niet alle leerstellige, morele of pastorale discussies moeten worden opgelost door tussenkomst van het leergezag. Natuurlijk, in de Kerk is een eenheid in leer en praktijk noodzakelijk, maar dat verhindert niet dat er verschillende manieren zijn om enkele aspecten van de leer of enkele consequenties die daaruit voortvloeien, te interpreteren. Dit zal steeds zo zijn, totdat de Geest ons tot de volle waarheid zal brengen (vgl. Joh. 16, 13), dat wil zeggen wanneer Hij ons op volmaakte wijze zal binnenleiden in het mysterie van Christus en wij alles met zijn blik zullen kunnen zien. Bovendien kan er in ieder land of iedere streek naar oplossingen worden gezocht die meer geïncultureerd zijn, meer rekening houden met de plaatselijke tradities en uitdagingen.” (Alinea 3). 

“In veel gevallen”, zei Franciscus in de nota met betrekking tot het slotdocument, “is het een kwestie van effectief implementeren wat al voorzien is in de huidige wetgeving in de Latijnse en Oosterse [ritus] kerken.” In andere gevallen, zegt hij, “zal het mogelijk zijn om, door middel van synodale onderscheiding en binnen het kader van de mogelijkheden die zijn aangegeven in het slotdocument, over te gaan tot de creatieve activering van nieuwe vormen van bediening en missionaire actie, waarbij ervaringen worden geëxperimenteerd en geverifieerd.”