Volgende maand zal voor de eerste keer sinds 1940 de Heilige Hoofddoek van Cahors worden meegedragen in een processie. De aanleiding is de viering van het 900-jarig bestaan van de Sint-Stefanskathedraal van het bisdom Cahors (Saint-Étienne de Cahors), waar de Christusrelikwie wordt bewaard. Cahors is de hoofdstad van het Zuid-Franse departement Lot.
De processie die door de straten van Cahors zal trekken, vindt plaats op 27 april. Het evenement is een van de hoogtepunten van het negende eeuwfeest van de door Unesco beschermde kathedraal, dat op 12 maart begon en op 8 december zal worden afgesloten.
De Sainte Coiffe (‘heilige hoofddoek’ of ‘heilige zweetdoek’), bewaard in een 19de-eeuwse reliekhouder, is een linnen doek. Volgens de overlevering zou daarmee het hoofd van het dode lichaam van Jezus van Nazareth zijn omhuld. Het voorwerp wordt vereerd als een relikwie van de Passie van Christus.
In de oudheid werden lijken van Joden door geloofsgenoten in linnen gehuld. Een aparte doek moest het hoofd omhullen. Daaraan bevestigd was een kinband, die ervoor moest zorgen dat de kaak gesloten bleef.
Priester Ronan de Gouvello, plebaan van de Sint-Stefanskathedraal, wijst erop dat in het Johannes-evangelie sprake is van een afzonderlijke hoofddoek (Grieks: soudarion; Hebreeuws: pathil).
In Joh. 20, 1-7 (Willibrordvertaling 1975) staat:
- Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena, vroeg in de morgen – het was nog donker – bij het graf en zag dat de steen van het graf was weggerold. Zij liep snel naar Simon Petrus en naar de andere, de door Jezus beminde leerling, en zei tot hen: “Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.” Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Voorover bukkend zag hij de zwachtels liggen, maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde, kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen, maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats.
Er bestaat geen historische zekerheid over de herkomst van het cultusobject van Cahors. Volgens een lokale overlevering zou kalief Haroen ar-Rashid het hebben geschonken aan Karel de Grote. Die zou het op zijn beurt in 803 hebben gegeven aan bisschop Aymatus van Cahors. Een ander verhaal zegt dat Géraud III de Cardaillac, bisschop van Cahors, de doek begin 12de eeuw zou hebben meegebracht bij zijn terugkeer uit het Heilig Land.
Cahors is niet de enige die claimt in het bezit te zijn van de Heilige Zweetdoek. Ook Oviedo zegt dat. In de Sint-Salvatorkathedraal van deze Spaanse stad wordt het 'Sudarium van Oviedo' bewaard.