Interview met prof. dr. Paul van Geest, hoogleraar kerk- en theologiegeschiedenis aan Tilburg University, over de heiligverklaringen op 15 mei 2022.
door onze redacteur Christian van der Heijden
Op 4 maart maakte het Vaticaan bekend dat Titus Brandsma en twee andere zaligen worden gecanoniseerd samen met zeven personen wier heiligverklaring al ruim van tevoren gepland was. Tien heiligverklaringen in één viering! Dat is veel; doet dat niet een beetje af aan de aandacht voor elke individuele heilige?
PvG: “Ja, eigenlijk wel. Maar het is wel gebruikelijk om meerdere heiligverklaringen tegelijk te verrichten. Vaak liggen hier kerkelijke of kerkpolitieke redenen aan ten grondslag. De stichter van het Opus Dei, mgr. Josemaria Escrivá de Balaguer, werd bijvoorbeeld heiligverklaard samen met een Soedanese religieuze, die slaafgemaakte geweest was, Josephine Bakhita. Het had er veel van weg dat men de heiligverklaring op die dag niet een exclusief feestje voor Opus Dei-leden wilde maken. En in 2014 werd in één plechtigheid zowel paus Joannes XXIII, een zeer geliefde en vooruitstrevende paus, en paus Joannes Paulus II, een eveneens zeer geliefde maar al meer restauratieve paus, heiligverklaard. Hun beider heiligverklaring kan dus eigenlijk begrepen worden als uitnodiging van paus Franciscus tot eenheid in de kerk.”
Protestanten hoor je soms zeggen dat heiligverklaringen restanten zijn van rituelen uit de heidense oudheid, zoals de apotheose bij de Oude Grieken. Hebben ze een punt?
PvG: “Nee, eigenlijk niet, hoe hoog ik de betere protestant ook heb. Heiligverklaringen gebeurden vroeger, bottom-up spontaan door het volk die op de graven van de martelaren en later andere heiligen de herinnering aan hen levend hielden door er maaltijd te houden. Zo bleven de levenden en de doden in de communio sanctorum, de gemeenschap der heiligen, met elkaar verbonden.”
Protestanten willen vaak horen wat de Bijbelse basis van katholieke gebruiken is. Bestaat er voor heiligverklaringen een Bijbelse basis?
PvG: “De procedure zoals die nu geldt voor een zalig of heiligverklaring is niet te herleiden tot een bepaalde Schriftpassage. Maar het indachtig blijven van degenen die jou in geloof zijn voorgegaan: daar getuigt zo ongeveer de hele Schrift van.”
De laatste keer dat de paus een canonisatieplechtigheid leidde was vóór de coronapandemie, op 13 oktober 2019. Er werden toen vijf zaligen heiligverklaard, onder wie de Engelse kardinaal John Henry Newman. Over hem gesproken: hoewel deze ex-anglicaan vond dat de afkondiging van het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid in 1870 ongelegen kwam, heeft hij dit dogma altijd verdedigd. Over heiligverklaringen wordt gezegd dat deze uitoefeningen van het onfeilbaar leergezag van de opvolger van Petrus zijn. Hoe zit dat?
PvG: “Als de paus iemand zalig of heilig verklaart dan doet hij dat in een uitspraak die eigenlijk te vergelijken is met die van een dogma. De heiligheid van de heiligverklaarde mag dan eigenlijk niet meer in twijfel getrokken worden. Dat neemt niet weg dat je wel kritische vragen mag blijven stellen bij aspecten van diens persoonlijkheid. Heiligen zijn mensen. Het is in de geschiedenis nog niet voorgekomen dat iemand ‘ontheiligd’ is omdat er na diens heiligverklaring zeer belastend materiaal is ontdekt. Dat zou wat zijn.”
Waarom wordt de kerkelijke leer over heiligverklaringen eigenlijk niet uitgelegd in de Catechismus van de Katholieke Kerk?
PvG: “Dat is een goede vraag. Ik vermoed omdat de heiligverklaring eerder als iets procedureels dan als een geloofsinhoud wordt ervaren. Dat men heiligen indachtig mag zijn en mag vereren, dat wordt in de Catechismus dan wel weer uitgelegd.”
Paus Benedictus XVI besloot in 2012 de canonisatieritus te hervormen, waardoor deze voortaan plaatsvindt voorafgaande aan een mis maar niet meer tijdens de eucharistieviering. Wat was de reden daarvoor?
PvG: “Ik vermoed dat de paus dit heeft gedaan omdat hij de schoonheid van en dynamiek in de liturgie van de eucharistie niet verloren wilde laten gaan. In deze liturgie dan ineens een cesuur aanbrengen door een verklaring af te leggen, heeft de paus misschien wel als heel storend ervaren. Terecht, bedenk ik me nu.”
Bent u er als Nederlandse katholieke theoloog trots op dat Titus Brandsma voortaan gerekend zal worden tot het heiligenregister van de Universele Kerk?
PvG: “Ik vind het heel bijzonder. Toen ik met mijn proefschrift begon in Nijmegen, dertig jaar geleden, werkte ik aan het Titus Brandsma Instituut met een kaartenbak die hij had aangelegd. Dat vond ik toch een bijzondere ervaring omdat ik wist dat hij de marteldood was gestorven. Dan voel je je toch wat klein. Naderhand realiseerde ik me dat hij misschien niet zo’n grote wetenschapper was geweest, maar dat hij in de tijd waarin hij leefde tot een man van een uitzonderlijk formaat en een uitzonderlijke moed uitgroeide: de mysticus-journalist-netwerker, die onverschrokken voor de Joodse minderheid in Nederland gaat staan en er in zijn gevangenschap blijk van geeft kracht en troost uit zijn band met Jezus te putten: je blijft je klein voelen als je aan Titus denkt.”
Zoals gezegd zal paus Franciscus op 15 mei tien personen heilig verklaren, onder wie vijf Italianen. Hoe komt het dat er zoveel Italiaanse heiligen zijn?
PvG: “Dat zal toevallig zo uitgekomen zijn. Ik zou niet durven beweren dat Italianen heiliger zijn dan andere volkeren. Het zijn toch ook vooral Italianen – denk aan de familie De’ Medici – die de Romeinse Curie in bepaalde episoden van de kerkgeschiedenis – de Curie en de Kerk volledig ongeloofwaardig maakten. Italianen zijn wel katholieker dan wij. Maar dat gaat niet samen met heiligheid. Zou wel mooi zijn.”
Van die andere negen, welke vindt u als kerkhistoricus de interessantste?
PvG: “Charles de Foucauld. Fascinerende man: wetenschapper, legerofficier en uiteindelijk een charismatische kluizenaar die Jezus wilde navolgen in de episode waarin hij verborgen leefde en dat ook nog eens in alle soberheid. Tegelijkertijd bestond zijn missie erin niet te preken maar door zijn levensstijl het christendom geloofwaardig en aantrekkelijk te maken.”
Pausen hebben de macht tot canonizatio aequipollens, d.w.z. om zonder canoniek proces en zonder publieke viering een persoon heilig te verklaren. Als u paus zou zijn, welke Nederlander zou u dan onmiddellijk tot heilige uitroepen?
PvG: “Mijn moeder. Zij was een Haagse en dus hier en daar best gecompliceerd, maar zij stond zeer integer en deugdzaam in het leven en was zeer liefdevol. En professor Nico Sprokel. Hij was een jezuïet en hoogleraar aan de Gregoriana in Rome. Ik heb zelden zo’n dienstbare, integere en qua leven loepzuivere hoogleraar meegemaakt. Over kardinaal Simonis moet ik nog even nadenken. Hij deugde wel, overigens.”