Ik weet nog precies waar ik was toen ik het nieuws las dat het Klimaatakkoord van Parijs een feit was. Ik weet zelfs nog wat ik aan het eten was. Voor de nieuwsgierigen: in olijfolie gebakken gnocchi met rozemarijn, al is dat nou ook niet echt een rariteit in mijn bestaan.

Ik geloof niet dat voor iedereen zo’n ‘ik weet nog waar ik was-moment’ was, maar op politiek niveau had het een enorme impact. Het Parijs-akkoord deed de aarde op haar grondvesten schudden, figuurlijk. Het was een startpunt waarbij de klimaatcrisis voor het eerst werd beschouwd als een wereldwijd probleem dat om een gezamenlijke oplossing vroeg en daarmee een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid met zich meebracht. En dus was het vanaf dat moment de hele wereld samen tegen één opponent: de door onszelf verspreide broeikasgassen en de daarin resulterende opwarming van de aarde.

Kijk, jullie opa's en oma's stonden op de barricade voor een groene toekomst!

Op het moment dat het akkoord door 197 landen werd ondertekend dachten we dat dit een kantelpunt in onze geschiedenis kon worden. We hoopten zelfs dat het de start was van een groene eeuw, waarbij we later trots tegen onze kleinkinderen zouden zeggen: "Kijk, jullie opa’s en oma’s stonden op de barricade voor een groene toekomst!". Het klimaatakkoord bestaat nu precies 5 jaar, een jubileum. Toch is er nauwelijks reden tot een feestje. Wereldwijd blijken we namelijk nauwelijks op schema te liggen om onder de afgesproken 2°C stijging te blijven.

Sterker nog: als we niet direct starten met een strenger CO2-uitstootbeleid stevenen we af op 3°C stijging. Een desastreuze situatie waarin naar schatting één miljard mensen zullen moeten vluchten voor een ondragelijk klimaat waarin niet te leven valt. Al vanaf 1.5°C stijging zullen we vaker en sterker te maken hebben met extreme droogte, hitte, overstromingen en watertekorten, en dus moeten we die uitstoot verkleinen. Snel.

Het lukt Nederland niet om de energietransitie versneld in gang te zetten

Wetenschappers zeggen dat we nog grofweg zeven jaar hebben voordat de opwarming onomkeerbaar is, omdat we dan een proces in gang hebben gezet dat niet meer te stoppen is. Alsof we zo lang tegen een rots aan hebben geduwd dat het over de rand is gegaan en het daardoor uit zichzelf is gaan rollen. Om vervolgens in steeds hoger tempo op de bewoonde wereld af te stevenen en alles wat het onderweg tegenkomt te verwoesten.

Hoewel onder andere de Europese Unie maatregelen blijft opvoeren om zo de druk op die zware rots te verminderen, lukt het Nederland (en vele landen met ons) keer op keer niet om de energietransitie versneld in gang te zetten, lukt het niet om de fossiele brandstoffen in de grond te laten zitten en lukt het ons niet om over te gaan op duurzame alternatieven zoals zonne- en windenergie. Zélfs de coronacrisis, die afgelopen jaar onze samenleving bijna volledig lamlegde, heeft niet geresulteerd in een voldoende krimp van de CO2-uitstoot.

De olifant in de kamer werd en wordt telkens over het hoofd gezien.

Nu, vijf jaar na dato, kunnen we concluderen dat we helemaal geen groene revolutie in gang hebben gezet. De mondialiteit van het Parijs-akkoord was veelbelovend, maar in 2020 bleek dat de wereldwijde aanpak van de klimaatcrisis in het niet viel bij waar we toe instaat bleken met de aanpak van het coronavirus. Niets afdoende aan de urgentie en verschrikking van dit virus, maar de olifant in de kamer werd en wordt telkens over het hoofd gezien.

Daarom moeten we onze innerlijke Greta Thunberg in ons wakker maken en verandering eisen in de aanpak van het klimaatbeleid van onze leiders. Dat zijn we onszelf én onze kleinkinderen verschuldigd. Dit jubileum mag dan geen moment zijn voor een feestje, maar de coronacrisis heeft al bewezen dat we ertoe in staat zijn om grote veranderingen in gang te zetten. En dus hoop ik vurig dat we op het volgende jubileum met enige trots kunnen zeggen dat we wel degelijk in staat bleken een groene revolutie te starten. Ik kijk er nu al naar uit.

Lees ook: