Een dag om bekendheid te geven aan doof zijn en gebarentaal. Op 25 september viert Nederland Werelddovendag. In dit interview vertelt Boaz over zijn identiteit. “Ik ben trots op mijn identiteit. Mijn identiteit is doof.”
Boaz is nu erg trots op zijn identiteit, maar dit was als kind soms wel anders. “Toen ik jong was, schaamde ik mezelf om mijn doofheid. Vroeger durfde ik niet te gebaren buitenshuis, bijvoorbeeld in de tram als mijn moeder gewoon spontaan iets tegen me zei in gebaren. Ik wilde mezelf onzichtbaar maken, alsof ik in een grot wilde schuilen. Ik wilde op horende mensen lijken. Nu ben ik trots op mijn eigen taal en om doof te zijn.” Inmiddels werkt hij als redacteur bij KRO-NCRV voor het nieuwe programma ‘Hands Up’. In dit interview vertelt hij over Werelddovendag, Hands Up en gelijkwaardigheid.
Op zaterdag 25 september vieren we in Nederland Werelddovendag. Ga jij dit ook vieren?
‘Jazeker, ik geef daar een performance in een speciaal programmaonderdeel waarin ook andere performers optreden. Mijn performance sluit aan bij het thema van WDD: saamhorigheid en inclusie. We willen laten zien dat iedere persoon belemmeringen heeft als het om communicatie gaat. De persoon met een bepaalde gehoorstatus en beperking kan de dovengemeenschap omarmen.’
Waar wens je dat mensen bij stil staan op Werelddovendag?
‘Er zijn lezingen en discussies, maar voor Doven is het vooral ook een feestdag om elkaar na lange tijd weer te zien. Dit jaar is de eerste keer na corona dat we weer echt bij elkaar mogen komen. Intussen is de Nederlandse Gebarentaal erkend. Dat is een mijlpaal na al die jaren van verbod en onderdrukking van gebarentaal (bijvoorbeeld in het dovenonderwijs). Het is belangrijk dat we stilstaan bij die geschiedenis. Niet alleen dove mensen, maar ook horende mensen. Zij hebben dat verbod ooit ingesteld omdat ze vonden dat je niet echt mens bent als je niet kunt spreken. De onderdrukking van doven door horenden is een onderwerp waar horende mensen eigenlijk nauwelijks iets van weten.’
Heb respect voor elkaar, ongeacht wie je bent en hoe je er uitziet
Je werkt nu als redacteur bij KRO-NCRV mee aan het nieuwe programma Hands Up. Het programma is, zoals je uitlegt in Vertel Magazine, onder andere van belang om kinderen een rolmodel te bieden. Waar haal je de inspiratie en kracht vandaan om hier op deze manier mee aan de slag te gaan?
‘Door de erkenning van Nederlandse Gebarentaal zijn dove mensen zichtbaarder geworden en onze positie in de samenleving is erdoor versterkt. Daar haal ik zelf ook kracht uit. Bovendien werk ik ook als gebarentaal-performer en ik heb gemerkt hoe dat aanslaat in de horende wereld. Gebarentaal is prachtig en beeldend, je kunt er gevoelens en ideeën op bijzondere manieren mee uitdrukken. Samen met andere doven hebben we een performance-groep opgericht, Kitchen’s Light waarmee we gezamenlijk of individueel op verschillende plekken optreden, voor doven en voor horenden. Het succes van de optredens geeft me geweldig veel inspiratie en zelfvertrouwen. Ik wil heel graag anderen kennis laten maken met mijn taal en de wereld van dove mensen, dovencultuur. Omdat gebarentaal zo lang verboden is geweest, zijn dove mensen en gebarentaal ook lang onzichtbaar geweest. Nu zijn we tevoorschijn gekomen.’
Wat kan er in het dagelijks leven van doven/slechthorenden beter in onze maatschappij?
‘Toegankelijkheid kan nog een stuk beter, dat wil ook zeggen dat de tolkvoorziening beter moet. Vaak zijn er te weinig tolken en is het ontzettend moeilijk een tolk te vinden, houden organisaties en instanties geen rekening met dove bezoekers, krijgen doven heel veel extra regelwerk op hun bord als ze ergens heen willen en sommige dingen zijn slecht geregeld. Soms worden dove mensen nog verteld dat ze niet welkom zijn bij een voorstelling of in een reisgezelschap. Of ook zoiets: dove mensen hebben vaak een langer opleidingstraject, maar na je 30e worden geen tolkuren meer vergoed. Je kunt zoiets onmogelijk zelf betalen en vaak moeten doven om die reden afhaken. Er zijn hierover rechtszaken gevoerd tegen de Staat, maar het is niet veranderd. Verder is de positie van dove mensen op de arbeidsmarkt echt belabberd. Uit onwetendheid bij werkgevers blijven doven vaak lang werkloos of krijgen banen onder hun niveau. Daar is echt nog heel veel aan te verbeteren.’
Merk jij verbeteringen in onze maatschappij als het aankomt op het dagelijks leven van doven/slechthorenden?
‘Hoewel er nog veel te doen is, zijn er ook dingen verbeterd. Doven zijn meer zichtbaar geworden, er is meer aandacht en waardering voor gebarentaal gekomen. Grappig genoeg hebben de persconferenties over corona daar ook aan bijgedragen. Mensen zijn meer gewend aan dove mensen die gebaren, je wordt op straat wat minder nagestaard, mensen schrikken zich niet meer zo een hoedje als je op straat iets vraagt.’
Wat kunnen horenden leren van iemand die doof/slechthorend is?
‘Ik denk dat horende mensen kunnen leren beter met elkaar te communiceren. Dat ze elkaar meer aandacht geven, beter naar lichaamstaal kijken. Ze kunnen die lichaamstaal zelf ook beter inzetten in gesprekken tussen horende. Tenslotte blijkt uit allerlei onderzoek dat een heel groot deel van de communicatie tussen mensen bepaald wordt door visuele indrukken, expressie en lichaamstaal, niet door gesproken woord. Maar er is meer dan alleen communicatie. Kennisnemen van een andere taal en cultuur is altijd verrijkend. Als horende mensen zich meer bewust worden hoe het is om doof te zijn, zullen ze hopelijk ook leren met meer respect te kijken naar mensen die anders te zijn en diversiteit beter waarderen.’