Newcastle, 10 april 2021 – Kardinaal Edward Cassidy is vandaag op 96-jarige leeftijd overleden in de stad Newcastle in de Australische staat Nieuw-Zuid-Wales. Hij was het op drie na oudste lid van het Kardinalencollege. In de jaren tachtig was de Australiër apostolisch nuntius in Nederland.
Twee decennia lang was Cassidy de voornaamste Australiër in het Vaticaan. In 1988 werd hij de tweede man op het Staatssecretariaat van de Heilige Stoel. Een jaar later volgde hij de Nederlandse kardinaal Johannes Willebrands op als hoofd van de pauselijke oecumeneraad.
Edward Idris Cassidy werd op 5 juli 1924 geboren in Sydney. Op 25-jarige leeftijd werd hij priester gewijd voor het aartsbisdom Sydney, maar hij vroeg al snel om overplaatsing naar het bisdom Wagga Wagga (Nieuw-Zuid-Wales), waar hij parochiepriester werd in het plaatsje Yenda. In 1952 vroeg de bisschop van Wagga Wagga of hij geïnteresseerd was in een studie canoniek recht in Rome. Cassidy reageerde positie en vertrok naar Europa. In juli 1955 promoveerde hij aan de Pontificale Lateraanse Universiteit tot doctor in het canoniek recht. Ook had hij de opleiding tot kerkelijk diplomaat aan de Pontificale Ecclesiastische Academie gevolgd.
In 1955 begon zijn loopbaan als pauselijk diplomaat. Hij deed dienst op de nuntiaturen in India, Ierland, Portugal en El Salvador. In het najaar van 1970 werd hij door paus Paulus VI benoemd tot apostolisch pronuntius bij de Republiek China (Taiwan). Op 15 november van dat jaar werd hij tot bisschop geconsacreerd. In 1973 werd hij overgeplaatst naar Bangladesh. In 1979 werd hij apostolisch pronuntius bij Lesotho en apostolisch delegaat bij de Republiek Zuid-Afrika.
Cassidy werd op 6 november 1984 benoemd tot apostolisch pronuntius bij het Koninkrijk der Nederlanden. Tijdens zijn verblijf in Nederland deed paus Johannes Paulus II een opmerkelijke bisschopsbenoeming. Hij maakte de uit Overijssel afkomstige salesiaan Jan ter Schure, die als zeer conservatief te boek stond, op 31 januari 1985 diocesaan bisschop van Den Bosch als opvolger van de progressieve Jan Bluyssen. Ook maakte hij het omstreden bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland mee, in mei 1985.
Op 23 maart 1988 werd hij naar Rome geroepen om daar substituut te worden van het Staatssecretariaat. Hij bleef daar slechts kort want op 12 december 1989 benoemde de paus hem tot president van de Pontificale Raad voor de Bevordering van de Eenheid der Christenen. Johannes Paulus II creëerde hem op 28 juni 1991 kardinaal.
Twaalf jaar lang bepaalde Cassidy de oecumenische lijn van de Heilige Stoel en verbeterde hij op beslissende wijze de contacten met de oosters-orthodoxie, die vanwege de instorting van het communistisch Oostblok in een ander daglicht was komen te staan. Hij was een van de organisatoren van de apostolische reis naar Roemenië in 1999, het eerste pausbezoek aan een van oudsher oosters-orthodox land. Daarna, in 2000, vergezelde hij Johannes Paulus II op diens pelgrimage naar het Heilig Land. Cassidy speelde ook een belangrijke rol bij de totstandkoming van de Gemeenschappelijke Verklaring van Lutheranen en Katholieken over de leer van de rechtvaardiging in 1999.
Op 3 maart 2001 verleende de paus hem toestemming met emeritaat te gaan. Cassidy was toen 76 jaar. Hij besloot terug te keren naar zijn vaderland. Op 5 juli 2004 werd hij 80 jaar; daarmee verloor hij zijn status als kardinaal-elector; hij mocht daarom niet deelnemen aan het conclaaf van 2005.