Boedapest, 22 januari 2024 - Kardinaal Péter Erdő, aartsbisschop-metropoliet van Esztergom-Boedapest, heeft gisteren in een preek benadrukt dat christenen hun geloof ook echt in daden moeten uitdrukken. “Christendom is geen gemakkelijke weg. Het is niet genoeg om in de kerk te zitten en te wachten tot de jaren voorbij zijn. We moeten ook handelen!”, zei de 71-jarige Erdő, die door menig vaticanist papabel wordt geacht, tijdens een mis ter nagedachtenis van de heilige dominicanes Margaretha van Hongarije (1242-1270).

Van de gelovigen worden “onbaatzuchtige en genereuze” daden verwacht, zei de Hongaarse kerkleider tijdens de viering die plaatsvond op Margaretha-eiland, gelegen in de Donau tussen de stadsdelen Buda en Pest.

“Alles in ons leven heeft een speciale betekenis: de eerste bekering, wanneer we horen dat de Heer ons roept, en dan de ontwikkeling van onze daden.”

Geloven in Christus is volgens de kardinaal “geen brede weg waarop we louter de publieke opinie en ons eigen gemak kunnen volgen”. Het is volgens hem eerder een strijd, waarvan de bron en beloning de genade van God is.

Foto’s van de Margaretha-viering 

Als toonbeeld van christelijke deugdzaamheid verwees de kardinaal naar de heilige Margaretha, naar wie het Donau-eiland is vernoemd omdat daar ooit het klooster stond waar zij woonde.

Sint-Margaretha (Szent-Margit in het Hongaars) was een prinses van de Árpáden-dynastie, die door haar ouders op zeer jonge leeftijd werd toevertrouwd aan de vrouwelijke tak van de Orde der Predikers. Haar ouders waren koning Béla IV van Hongarije en de Byzantijnse keizersdochter Maria Laskarina. Ze was de jongere zus van de heilige Kinga van Polen en de zalige Jolanda van Polen en, van vaderszijde, het nichtje van de heilige Elizabeth van Hongarije.

Margaretha stond bekend om haar zorg voor armen en zieken. In haar klooster verrichtte ze het meest ondergeschikte werk. Volgens een legende kastijdde zij zichzelf van jongs af aan, droeg ze een ijzeren kuisheidsgordel, haren hemden en schoenen met spijkers. Haar extreme boetvaardigheid hebben haar leven mogelijk verkort. Ze stierf op 18 januari 1270.