22-05-2019

De Japanse regering heeft kardinaal Raffaele Farina (85) onlangs onderscheiden met de Gouden en Zilveren Ster in de Orde van de Rijzende Zon vanwege zijn “bijdrage aan de versterking van de vriendschappelijke betrekkingen tussen Japan en de Heilige Stoel”. 

Dat heeft de Japanse ambassade bij de Heilige Stoel laten weten aan het rooms-katholieke persbureau Agenzia Fides. 

De Italiaanse kardinaal Farina, lid van de Salesianen van Don Bosco, was van 2007 tot 2012 hoofd van zowel de Vaticaanse Bibliotheek als de Vaticaanse Geheime Archieven. 

Een van de specifieke redenen voor de Japanse onderscheiding is zijn waardevolle bijdrage “aan de reorganisatie van de historische documenten van de Edo-periode, verzameld door de Salesiaanse missionaris Pater Mario Marega”, met betrekking tot de periode van het verbod op het christendom in de Japanse regio Bungo.

In het Edo-tijdperk (1603-1868) bezat de Tokugawa-familie de grootste politieke en militaire macht in Japan. Deze periode werd gekenmerkt door een beleid van isolement, wrede vervolging van christenen, vooral in het gebied rond Nagasaki. De enige buitenlanders die in die tijd commerciële toegang tot Japan kregen waren de Hollanders van de VOC. 

Bijna twee eeuwen lang bleven Japanse christenen die de vervolging hadden overleefd, hun geloof ondergronds belijden. Het was de tijd van de Kirishitan kakures (‘verborgen christenen’). Mensen die ervan werden verdacht Christus te aanbidden, werden gedwongen tot Jefumi, het vertrappen van een kruisbeeld of afbeeldingen van de Maagd Maria. Wie dat weigerde, stierf een gruwelijke dood.