Rome, 19 februari 2024 - Kardinaal Gerhard Ludwig Müller, voormalig prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, heeft felle kritiek geuit op de Vaticaanse verklaring Fiducia supplicans. Dit op 18 december 2023 uitgevaardigde document van het Dicasterie voor de Geloofsleer, dat de Kerk nota bene moet behoeden tegen dwaalleren, bevat volgens de Duitse prelaat en theoloog elementen die naar ketterij neigen. Een louter pastorale zegen heeft geen basis in de Heilige Schrift, schrijft hij in een essay. Bovendien is elke zegen door een priester volgens hem altijd een liturgische handeling. Daarnaast stelt Müller dat de relatie van liefdesparen primair een seksuele dimensie heeft.
Het essay werd onlangs gepubliceerd in het Amerikaanse maandblad First Things. Daarin stelt Müller zich de vraag of Fiducia supplicans passages bevat die niet stroken met de katholieke leer. Hij komt tot de conclusie dat zulks het geval is.
Fiducia supplicans staat katholieke priesters toe om irreguliere paren te zegenen. Dat zijn liefdeskoppels die samenwonen maar zonder dat zij elkaar het sacrament van het huwelijk hebben toegediend. Ook koppels van hetzelfde geslacht worden daartoe gerekend. Zij kunnen gerust gezegend worden, als het maar buiten de officiële liturgie gebeurt, stelt het document. Een dergelijke zegen is op die wijze slechts een pastoraal gebaar.
Afrikaanse kerkleider doet verslag van deal met paus over homozegening (23 januari 2024)
“In werkelijkheid is de kritiek van de bezorgde bisschoppen niet dat de verklaring de leer van de Kerk over huwelijk en seksualiteit expliciet ontkent”, schrijft Müller. “De kritiek is eerder dat door paren te zegenen die seks hebben buiten het huwelijk, vooral paren van hetzelfde geslacht, de katholieke leer in de praktijk, zo niet zelfs in woorden, wordt geloochend.”
Deze kritiek is gebaseerd op een solide traditioneel principe dat gevat wordt in de Latijnse formule lex orandi, lex credendi: de manier waarop de Kerk bidt, weerspiegelt wat de Kerk gelooft. De Catechismus stelt: “Wanneer de Kerk de sacramenten viert, belijdt zij het geloof dat zij van de apostelen heeft ontvangen.”
Volgens kardinaal Müller is het daarom de vraag of de aanvaarding van de ‘pastorale en niet-liturgische zegen’ die Fiducia supplicans voorstelt voor irreguliere paren een afwijzing betekent van de katholieke leer in de praktijk.
Müller: “Fiducia supplicans stelt dat deze nieuwe ‘pastorale zegeningen’ voor paren in irreguliere situaties geen liturgisch karakter hebben. Nu is dit onderscheid tussen zegeningen een nieuwigheid die Fiducia supplicans introduceert, die niet de minste basis heeft in de Heilige Schrift, de Heilige Vaders of het Leergezag.”
Fiducia supplicans beweert ook dat ‘pastorale zegeningen’ niet liturgisch zijn. “Toch hebben ze een liturgische structuur. Dat komt omdat het liturgische in het christendom niet wordt afgemeten aan voorwerpen, gewaden of altaren zoals in andere religies. Het feit dat het een priester is die Christus vertegenwoordigt en die deze ‘pastorale zegen’ geeft, maakt het dat het automatisch een liturgische handeling is waarin het gezag van Christus en de Kerk op het spel staat”, aldus de kardinaal. Het Tweede Vaticaans Concilie benadrukt volgens hem juist het onlosmakelijke verband tussen alle handelingen van de priester en de liturgie.
Bovendien impliceert elke zegen, ongeacht de plechtigheid ervan, goedkeuring van wat gezegend wordt. Müller: “Dit wordt geleerd door de onafgebroken traditie van de Kerk, die gebaseerd is op de Heilige Schrift. Het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament gebruikt wordt voor ‘zegenen’ is eulogein, dat net als het Latijnse benedicere letterlijk ‘zeggen dat iets goed is’ betekent.”
In de Heilige Schrift betekent zegenen iets niet alleen goed verklaren, maar ook zeggen dat het goed is omdat het van de Schepper komt; de zegen is gericht op Gods schepping, die hij als zeer goed zag zodat God het zelf tot wasdom en volheid kon brengen, schrijft de kardinaal in zijn essay.
“Daarom kan er geen zegen worden gevraagd voor relaties of situaties die de scheppingsorde tegenspreken of verwerpen, zoals verbintenissen op basis van homoseksuele praktijken, die Paulus ziet als een gevolg van de ontkenning van het plan van de Schepper (Rom. 1:21-27). Deze noodzaak om in harmonie te zijn met de scheppingsorde geldt voor elke soort zegen, ongeacht de plechtigheid ervan.”
Aangezien het volgens Müller onmogelijk is om onderscheid te maken tussen liturgische en pastorale zegeningen, concludeert hij dat Fiducia supplicans leerstellig problematisch is. De kardinaal roept daarom op het document fundamenteel te corrigeren. Het moet duidelijk worden gemaakt dat de zegen niet aan het paar kan worden gegeven, maar alleen aan elke persoon afzonderlijk. Anders zouden er uitspraken worden goedgekeurd die in tegenspraak zijn met de leer van de katholieke kerk en die, zonder op zichzelf ketters te zijn, tot ketterij zouden leiden.
Müller vervolgt met te stellen dat het zegenen van een irregulier paar indruist tegen de leer omdat een liefdeskoppel allereerst wordt gedefinieerd door de seksuele relatie die beide geliefden verenigt; de diep emotionele en menselijke dimensie van hun partnerschap is volgens hem slechts secundair.
Gerhard Ludwig Müller was sinds 1986 hoogleraar Dogmatiek en Dogmageschiedenis aan de Ludwig-Maximilians-Universität in München. Hij was bisschop van Regensburg van 2002 tot 2012. Paus Benedictus XVI haalde hem naar Rome en benoemde hem tot prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer. In 2017 besloot paus Franciscus zijn bestuurstermijn van vijf jaren niet te verlengen.