Rome, 4 september 2022 – Kardinaal Mario Zenari, apostolisch nuntius in Syrië sinds 2008, heeft gezegd dat de mensen hun hoop verliezen nu de Syrische burgeroorlog voortduurt en de wijdverspreide armoede explodeert. “Ik heb zoveel mensen zien sterven, ik heb ook jonge mensen zien sterven, nu zie ik dat de hoop aan het sterven is”, aldus Zenari tegenover Catholic News Agency op 2 september in Rome.
“Het is duidelijk dat er hoop is, maar het is ver weg. Vroeg of laat zal er ook een toekomst komen voor Syrië, maar momenteel is het zo ingewikkeld, niet?" zei hij. “En hoop is er niet, hoop is stervende.”
Kardinaal Zenari was op 3 september in Vaticaanstad waar paus Franciscus en hij een ontmoeting hadden met leden van AVSI, een non-profitorganisatie die Project Open Hospitals in Syrië ondersteunt.
Franciscus prees het initiatief, dat gratis diensten ondersteunt via drie Syrische ziekenhuizen en vier inloopklinieken, en noemde het “de creativiteit van de naastenliefde”, een uitdrukking van Sint-Johannes Paulus II.
“Internationale waarnemers vertellen ons dat de crisis in Syrië een van de ernstigste ter wereld blijft, in termen van verwoesting, groeiende humanitaire behoeften, sociale en economische ineenstorting, en armoede en hongersnood op schrijnende niveaus”, zei de Heilige Vader in zijn toespraak op 3 september. “In het aangezicht van zulk immens lijden is de Kerk geroepen om als een veldhospitaal te zijn en wonden te genezen, zowel fysiek als spiritueel.”
“Als we aan Syrië denken, komt het vers uit het boek Klaagliederen in ons op: Wat kan ik nog zeggen, waarmee Jeruzalem, u vergelijken? Wat kan ik nog aanvoeren, Sion, om u te troosten? Uw wonden zijn groot als de zee en niemand die u geneest (2:13). Deze woorden verwijzen naar het lijden van Jeruzalem, maar zij doen ons ook denken aan het lijden dat het Syrische volk heeft moeten doorstaan in deze twaalf jaar van gewelddadig conflict”, zei de paus. “Als we kijken naar het aantal doden en gewonden, de verwoesting van hele wijken en dorpen en van belangrijke infrastructuren, waaronder instellingen voor gezondheidszorg, dan ligt het voor de hand om te vragen: ‘Syrië, wie kan je nu nog genezen?’”
In een gesprek met Catholic News Agency, daags vóór de audiëntie, legde Zenari uit dat er weliswaar “minder bommen vallen”, vooral in het noorden van Syrië, maar dat er een andere, geruisloze, bom is ontploft, die van een armoedecrisis. De nuntius zei dat meer dan 90 procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft en dat uit de statistieken blijkt dat veel kinderen honger lijden of ondervoed zijn.
De Syrische burgeroorlog is een conflict dat wordt uitgevochten tussen de Syrische Arabische Republiek onder leiding van de Syrische president Bashar al-Assad (gesteund door binnen- en buitenlandse bondgenoten) en diverse binnen- en buitenlandse krachten die zich zowel tegen de Syrische regering als tegen elkaar verzetten, in wisselende combinaties.
De onrust in Syrië begon op 15 maart 2011 als onderdeel van de bredere Arabische Lente-protesten uit onvrede met de Syrische regering, en escaleerde uiteindelijk tot een gewapend conflict nadat protesten die opriepen tot de afzetting van Assad met geweld werden onderdrukt. De rebellen bestaan uit verschillende facties, voornamelijk soennitische milities (zoals het Vrije Syrische Leger), salafistische groepen (waaronder al-Nusra Front en Tahrir al-Sham), de gemengde Koerdisch-Arabische Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), en de Islamitische Staat van Irak en de Levant (ISIL). Het hoogtepunt van de oorlog lag rond 2015; het geweld in het land is sindsdien afgenomen, maar de situatie blijft een crisis.