Zangeres Karima el Fillali groeide op in een christelijke omgeving, maar na een zoektocht herontdekte ze haar islamitische wortels: ‘Ik was op zoek naar een vereniging van delen, naar eenheid in mezelf.’
Zangeres Karima el Fillali groeide op in twee werelden. Van haar wijze grootvader leerde ze de waarde van de christelijke Bijbelverhalen. Samen zongen ze psalmen. Haar Marokkaanse vader wilde Karima juist graag de islamitische cultuur bijbrengen.
Lange tijd keerde Karima zich af van haar islamitische wortels – deels vanwege de vooroordelen over de islam die via de media werden verspreid. Tot ze ontdekte dat deze wortels onlosmakelijk deel van haar uitmaken.
'Ik had een diep verlangen om te bidden'
Tijdens een bijzondere reis naar Schotland werd ze overweldigd door de schoonheid van de natuur. Plotseling voelde ze een sterke aandrang om te knielen, haar hoofd tegen de aarde te drukken en haar polsen te wassen. Nog nooit eerder had ze op deze islamitische wijze gebeden.
Karima kon deze stem in haar binnenste horen omdat het met geen enkele vorm van dwang gepaard ging. ‘Ik had een diep verlangen om me op die manier te uiten. Niet omdat het zo moet, maar omdat het helemaal vanuit mezelf kwam, in volledige vrijheid.’
Karima ontdekte ook opnieuw de kracht van het zingen, een kracht die ze al in haar kindertijd had ervaren. Ze zingt nu vooral Arabische mystieke gedichten uit het soefisme. ‘Zingen is voor mij het meest intieme contact met God.’