South Bend, 24 mei 2025Alasdair MacIntyre, een van de meest invloedrijke moraalfilosofen van de twintigste eeuw, is op 21 mei overleden op 96-jarige leeftijd. De Schotse denker wordt beschouwd als de grondlegger van de heropleving van de deugdenethiek en gold als een van de belangrijkste moderne katholieke filosofen.

MacIntyre’s baanbrekende werk After Virtue (‘Na de deugd’) uit 1981 vormde een keerpunt in de hedendaagse moraal- en politieke filosofie. In dit werk bekritiseerde hij de morele versnippering van de moderne tijd en pleitte voor een terugkeer naar de aristotelische ethiek, waarbij deugden centraal staan in plaats van utilitaristische of deontologische benaderingen. Hij verdedigde het Aristotelische ideaal van de intieme, wederkerige lokale gemeenschap, verbonden door gedeelde doelen, waar mensen eenvoudigweg sociaal gegeven rollen aannemen en vervullen.

Van atheïst tot katholiek denker

MacIntyre’s intellectuele en spirituele ontwikkeling kende een opmerkelijke wending. Geboren in Glasgow in 1929 als zoon van Eneas en Greta MacIntyre, doorliep hij een fascinerende geestelijke reis van atheïsme via het marxisme en het anglicanisme tot uiteindelijk het rooms-katholicisme.

In de jaren veertig overwoog hij nog predikant te worden in de presbyteriaanse kerk. In de jaren vijftig werd hij anglicaan, om in de jaren zestig atheïst te worden. Hij beschreef zichzelf toen als een “rooms-katholieke atheïst” omdat de katholieke God “het waard was om ontkend te worden”.

Het uiteindelijke keerpunt kwam in 1983, toen MacIntyre op 55-jarige leeftijd het katholieke geloof omarmde. Hij werd geïnspireerd door zijn favoriete twintigste-eeuwse theoloog Joseph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI, en raakte overtuigd door thomistische argumenten die hij als student had leren kennen. Dat betekende dat hij een theïst werd: het bestaan van God is geen geloofskwestie maar een rationeel af te leiden gegeven.

Academische loopbaan zonder doctoraat

Ondanks dat hij nooit een PhD verwierf, bouwde MacIntyre een indrukwekkende academische carrière op. Hij behaalde mastergraden aan de universiteiten van Manchester en Oxford, en begon zijn loopbaan in 1951 aan de University of Manchester. Daarna volgden posities aan Leeds, Essex en Oxford.

In 1969 verhuisde hij naar de Verenigde Staten, waar hij zich ontwikkelde tot wat hij zelf een “intellectuele nomade” noemde. Hij bekleedde hoogleraarschappen aan prestigieuze universiteiten zoals Brandeis, Boston University, Wellesley, Vanderbilt en Notre Dame. Ook doceerde hij aan Duke, Yale en Princeton.

MacIntyre ontving tijdens zijn leven tien eredoctoraten en was voorzitter van de American Philosophical Association. Tot zijn onderscheidingen behoren de Aquinas Medal uit 2010 en lidmaatschappen van de American Academy of Arts and Sciences, de British Academy en de Royal Irish Academy.

Yoko Ono

MacIntyre stond bekend om zijn scherpe intellect, messcherpe humor en veeleisende onderwijsstijl, waarmee hij generaties studenten en academici diepgaand beïnvloedde. Zijn gevoel voor humor bleek ook uit zijn bewering dat hij “de Beatles uit elkaar had gehaald” door in 1966 een ladder te lenen aan zijn bovenbuurvrouw Yoko Ono, wat leidde tot haar ontmoeting met John Lennon.

Naast After Virtue, dat wordt beschouwd als een filosofische klassieker van de twintigste eeuw, schreef MacIntyre belangrijke werken zoals Marxism and Christianity, Whose Justice? Which Rationality? en Three Rival Versions of Moral Enquiry, waarin hij morele tradities en rationaliteit onderzocht. Hij stond daarmee diametraal tegenover dominerende stromingen als de analytische filosofie, het deconstructivisme en het neopragmatisme.