Een adventskrans is een ring van dennengroen met daarop vier kaarsen. De kaarsen worden op de vier zondagen tijdens Advent één voor één aangestoken, tot ze uiteindelijk allemaal branden.

Kaarslicht

Het naderen van het Licht dat Jezus Christus in de wereld brengt, wordt in de Advent symbolisch zichtbaar gemaakt met behulp van de adventskrans. Die wordt in alle kerken en in sommige scholen en huiskamers opgehangen. Een adventskrans draagt vier kaarsen, voor elke zondag van de advent één. Op iedere adventszondag wordt één kaars ontstoken, net zolang tot op de laatste zondag vier brandende kaarsen het feest van Kerstmis aankondigen.

Linten

De adventskrans is gemaakt van dennengroen. Hij wordt vaak versierd met een paars lint wat tijdens het kerstfeest door een wit lint wordt vervangen, overeenkomstig de kleuren van het kerkelijk jaar.

Zonnewende

De adventskrans lijkt in zekere zin op een rad. Die gelijkenis is niet toevallig, maar vindt zijn oorsprong in een oud gebruik van de Germanen. Voor de heidense Germanen was de tijd dat de zon een aantal dagen stilstond aan de hemel - de zogeheten 'winterzonnewende' - reden voor het heiligste feest van het jaar. Als de zon stilstond, zo dachten de Germanen, 'werkte' zij niet. Het zou goed zijn als de mensen uit eerbied voor de zon het werk ook zouden laten. Gedurende de tijd dat de zon aan de hemel stilstond lieten de Germanen daarom alle arbeid rusten. Geen wagen- of spinnewiel mocht draaien. Symbolisch werd dit uitgedrukt door een met bosgroen versierd wagenrad aan het plafond van de woning te hangen.

Kerstening

Het is dit wagenrad dat door missionarissen bij de kerstening van de Germanen als basis voor de adventskrans werd genomen. De periode van rust rond de zonnewende verklaarden de missionarissen verder tot een periode van inkeer en boete, die paste bij een tijd waarin de komst van Christus wordt verwacht.