Een amict is een rechthoekige linnen schouderdoek die priesters onder hun albe dragen. De doek wordt ook wel aangeduid als humerale (=schouderdoek).
Helm des heils
Aanvankelijk werd de amict (van het Latijns amicire = omhullen) enkel door pausen gedragen. Later – vanaf de negende eeuw – werd het parament meer algemeen gedragen. De amict stamt uit het Romeinse Rijk, waar een soortgelijke doek onder een tuniek werd gedragen. Bij subdiakenwijdingen werd de doek tijdens de inkleding als een “helm des heils” (Efeziërs 6,17) eerst op het hoofd gelegd en daarna over de schouder teruggeslagen.
Praktisch
Meer praktisch dient de doek om beschadigingen aan de duurdere kazuifels of dalmatieken te voorkomen. Vroeger waren amicten rijkversierd. Tegenwoordig is dat – mede door de komst van wasmachines – niet meer het geval. Wel is in een amict doorgaans een kruisje geborduurd. De doek is voorzien van twee koorden, waarmee de amict aan de voorzijde kan worden gesloten. Volgens het Algemeen Statuut van het Romeins Missaal uit 2002, kan een priester tegenwoordig afzien van het dragen van een amict, maar alleen wanneer de albe de onderkleding geheel bedekt.