De huidige Turkse stad Antakya was in de klassieke oudheid een van de machtigste steden van de hellenistische wereld: Antiochië. Daar werden de Evangelie-aanhangers voor het eerst ‘christenen’ genoemd. Volgens de overlevering stond Sint Petrus zeven jaar lang aan het hoofd van de Antiocheense christengemeente. De patriarchale zetel was op die van Rome en Alexandrië na de voornaamste van de christenheid.
ALGEMEEN
Seleuciden
De stad Antiochië (Αντιοχεια) aan de rivier Orontes werd in 300 v. Chr. gesticht door Seleucus I Nicator, een van de generaals van Alexander de Grote en de grondlegger van een naar hem vernoemd hellenistisch rijk (Seleucidische Rijk). Seleucus noemde de stad naar zijn vader, de Macedonische generaal Antiochus.
Metropool
Koning Antiochus I (281-261 v. Chr.) maakte van Antiochië de hoofdstad van het westelijk deel van het Seleucidische Rijk. Van 200 v. Chr. tot 500 na Chr. was Antiochië een van de grootste en rijkste steden van het Oosten. Antiochië was op Alexandrië in Egypte na de voornaamste metropool.
Romeinse provincie
In 83 na Chr. werd het in verval geraakte Antiochië meer dan vijftien jaar lang overheerst door de Armeniërs. In het jaar 69 veroverde de Romeinse veldheer Pompeius de stad en maakte haar tot hoofdstad van de provincie Syria. De Romeinen gebruikten Antiochië als basis voor hun veldtochten tegen de Parthen en de Perzen.
Byzantijnen
In de 4de eeuw telde Antiochië minstens een half miljoen inwoners. Tussen 526 en 528 vond een aantal zware aardbevingen plaats, waarbij meer dan 200.000 inwoners zouden zijn omgekomen. In 538 volgde een nieuwe ramp, toen de Perzen de stad plunderden. De Byzantijnse keizer Justinianus de Grote (527-565) liet grote delen van de stad afbreken om haar te omgeven met een imposante stadmuur die meer dan driehonderd torens telde.
Moslims en kruisvaarders
In 637 werd Antiochië veroverd door de Arabieren. De stad werd in de 11de eeuw door de Byzantijnen heroverd, maar verloren haar in 1084 weer aan een andere islamitische mogendheid, de Seltsjoeken. In 1098 veroverden de kruisvaarders haar onder leiding van Bohemund I de Guiscard. Volgens de legende zou Sint Joris tijdens het beleg van de stad aan de kruisridders verschenen zijn. Antiochië werd de hoofdstad van het gelijknamige prinsdom, één van de kruisvaarderstaten. De Mamelukken verjoegen de kruisvaarders en namen in 1268 de stad in. Sinds 1516 behoorde Antiochië tot het Ottomaanse Rijk. In 1872 werd de stad door een zware aardbeving verwoest.
Antakya in Turkije
Na de Eerste Wereldoorlog kwam Antiochië in het Franse mandaatgebied Syrië te liggen. In 1923 kreeg de stad een autonome status, maar werd evenwel vanuit Damascus bestuurd. In 1938 riepen de burgers van Antiochië de staat Hatay uit, maar zij sloten zich het jaar daarop bij de Republiek Turkije aan. Thans is Antiochië (Antakya) de hoofdstad van de Turkse provincie Hatay.
CHRISTELIJK
Heidense Jezusgelovigen
Al in de eerste eeuwen van haar bestaan woonden er Joden in Antiochië. Hun aanwezigheid droeg ertoe bij dat het Evangelie er bekend werd. Al snel ontstonden er gemeenschappen van mensen die in Jezus geloofden maar niet tot het Joodse volk behoorden. Berichten daarover bereikten de apostelen in Jeruzalem en zij vaardigden Barnabas af naar Antiochië om er kennis van te nemen. Toen Barnabas zag hoeveel heidenen zich tot Christus hadden bekeerd, ging hij naar Paulus in Tarsus. Samen gingen ze terug naar Antiochië en maakten een jaar lang deel uit van de gemeente.
Naam ‘christenen’
De heidense Christusgelovigen werden in Antiochië voor het eerst christianoi (χριστιανοι) genoemd, ‘christenen’ dus. Onder de apostelen en hun helpers ontstond een geschil over de kwestie of ‘heidenchristenen’ zich al dan niet aan de mozaïsche wetten moesten houden. Deze kwestie leidde tot het zogenoemde Apostelconcilie in Jeruzalem. Daar werd besloten dat heidenchristenen zich niet hoefden te laten besnijden.
Petrus en Paulus
Voor Paulus, ‘de apostel der heidenen’, was niet Jeruzalem maar Antiochië de thuisbasis van zijn missiereizen. Volgens de overlevering was Petrus voordat hij naar Rome vertrok zeven jaar lang het hoofd van de kerk van Antiochië (zie: Petrus' Stoel). Een van Petrus’ opvolgers was de heilige bisschop en martelaar Ignatius.
Monarchisme
In de tweede helft van de derde eeuw was Antiochië het toneel van ernstige christologische geschillen. Bisschop Paulus van Samosata vertegenwoordigde het standpunt dat in de dogmageschiedenis bekend staat als monarchisme. In deze leer werd de eenheid van God benadrukt. Christus werd niet beschouwd als de vleesgeworden God, maar als de mens die door Gods uitverkiezing tot zijn zoon werd verheven. Zijn doctrine riep veel weerstand op en leidde uiteindelijk tot zijn afzetting als bisschop van Antiochië.
Patriarchaat
Vanaf de tweede helft van de 4e eeuw was de meerderheid van de inwoners van Antiochië christen. De bisschop van Antiochië werd verheven tot patriarch. Het was het derde patriarchaat van de christenheid na Rome en Alexandrië. Later maakte Antiochië deel uit van de zogeheten Pentarchie, waarbij de kerkelijke status van Antiochië werd overschaduwd door die van Constantinopel.
Antiocheens versus Alexandrijns
In Antiochië werd op een andere manier gedacht dan in Alexandrië. Dat heeft tot veel theologische misverstanden geleid. De Alexandrijnse school bediende zich van de allegorische uitleg van de Heilige Schrift. De Antiocheense school was meer gericht op de letterlijke betekenis van de Bijbelteksten, waardoor er meer belangstelling was voor de historische aspecten van de verhalen en het mens-zijn van Jezus.
Nestorianisme
Uit Antiochië was de vermaarde theoloog Theodorus van Mopsueste afkomstig. Tot zijn invloedsfeer behoorde de monnik Nestorius. Beiden waren als representanten van de Antiocheense school gekant tegen de titel Godbaarster (Moeder Gods) voor Maria. Dat leidde uiteindelijk, na het Oecumenisch Concilie van Chalcedon (451), tot de verwijdering tussen nestorianen, monofysieten en katholieken. Dit grote ‘Chalcedonische’ schisma had een negatief effect op de kerkelijke status van Antiochië.
Patriarchale zetels
Er zijn thans vijf patriarchale zetels van Antiochië: de Syrisch-orthodoxe, de Grieks-orthodoxe en drie rooms-katholieke zetels. De katholieke patriarchen behoren tot drie verschillende ritussen: de Maronitische, de melkitische en de Syrisch-katholieke. Vanaf de tijd van de kruisvaarders was er ook een Latijns patriarchaat, maar dat werd in 1964 door paus Paulus VI opgeheven. De huidige patriarchen resideren echter niet in Antakya, maar in Libanon en Syrië.