De heilige maagd Apollonia uit Alexandrië (Egypte) stierf de marteldood tijdens de christenvervolging onder het bewind van keizer Decius (248-249).
Er bestaan over het leven van Apollonia weinig betrouwbare historische gegevens. Volgens de legende zou bisschop Dionysius van Alexandrië ervan hebben getuigd dat het gepeupel haar de tanden uit de mond sloeg. In een andere versie van haar passio staat dat een beul al haar tanden uitrukte. Uiteindelijk zou ze zijn gestorven op de brandstapel.
Gedachtenis
Op de kalender van het Martyrologium Romanum staat de gedachtenis van Sint-Apollonia op 9 februari, tezamen met de talrijke Martelaren van Alexandrië in Egypte en met de heilige diakens Primus en Donatus.
Patronage
Sint-Apollonia geldt als patrones van de tandartsen en werd aangeroepen tegen tandpijn.
Iconografie
Sint-Apollonia wordt sinds de 16de eeuw afgebeeld met een tang en een kies als attribuut. Beroemde afbeeldingen zijn die van Rogier van der Weyden, Bernardino Luini, Bernardino Granacci, Ercole de’ Roberti en Francisco de Zurbarán.
Volksdevotie in Lage Landen
In Nederland werd Sint-Apollonia vereerd in Arcen, Boshoven, Geulle, Haelen, Leunen, Munstergeleen, Ossendrecht, Stramproy en Wouw. In Oost-Vlaanderen bestond het volksgebruik om ‘zijn tandpijn te verkopen’ aan Sint-Apollonia. Mensen met tandpijn ontvingen van medegelovigen geld dat gedoneerd werd aan religieuze congregaties.